naam van koningen van ZWEDEN en NOORWEGEN.
Oscar I (Parijs 4 Juli 1799 - Stockholm 8 Juli 1859), d.i. Oscar Bernadotte, was een zoon van de Franse generaal Jean-Baptiste* Bernadotte en Desirée Clary. Hij volgde zijn vader na diens verheffing in 1810 tot kroonprins van Zweden naar het Noorden en werd zelf kroonprins na het overlijden in 1818 van koning Karel XIII*. Hij leerde voortreffelijk Zweeds en Noors schrijven en spreken en veroorloofde bij zijn troonsbestijging in 1844 zijn Noorse onderdanen een eigen vlag te voeren. Een der belangrijkste gebeurtenissen tijdens zijn korte regering — ziekte verhinderde hem gedurende zijn laatste levensjaren zijn plichten te vervullen — was de totstandkoming van het kanaal, dat Göteborg* verbond met de Oostzee; van groot belang was ook het sluiten van een verdrag met de westelijke mogendheden, in de Krimoorlog*, dat de integriteit van Zweden waarborgde in geval van een Russische agressie. Koning Oscar was een man van grote kennis en belangstelling op velerlei gebied en publiceerde werken over gevangeniswezen en krijgsgeschiedenis.
Oscar II (Stockholm 21 Jan. 1829 - 8 Dec. 1907), tweede zoon van Oscar I, volgde in 1872 zijn oudere broeder Karel XV* op. Kort na zijn troonsbestijging sanctionneerde hij een herziening van de Noorse grondwet, die beoogde de post van stadhouder in Noorwegen op te heffen. Toenemende conflicten leidden in 1905 tot het verbreken van de sinds 1814 bestaande Unie van Noorwegen en Zweden. In Zweden kwamen tijdens zijn constitutioneel koningschap vele belangrijke wetten tot stand. Evenals zijn vader en zijn broeder was hij een man van grote kennis en belangstelling en een verdienstelijk dichter.
Bibl.: Några bidrag till Sveriges krigshistoria 1711-13, 3 dln (1861-67); Karl XII (1868, Duitse vert., 2de dr. 1875); Oscar Frederik, Samlade Skrifter, 7 dln (1885-1902).
Lit.: L. de Maricourt, O. II intime (1906); Oscar II, under Red. of A. Hallgren (Stockholm 1908); S. J. Boëthius, O. II (1925, Historia Sveriges, 13).