bijgenaamd de Quarville of Warville, naar het dorp, waar hij opgevoed werd, Frans politicus (Chartres 15 Jan. 1754 - geguillotineerd Parijs 31 Oct. 1793), zat in 1784 enige maanden in de Bastille, ageerde in Engeland, Amerika en Frankrijk tegen de slavenhandel, was oprichter van een „Société des amis des noirs” (1788). In 1789 richtte hij te Parijs het bekende, politieke blad Le patriote français op.
In 1791 werd hij lid van de Parijse gemeenteraad en vervolgens der Législative, waar hij een partij om zich verzamelde — de Brissotins, later in de Girondijnen opgaande — die een heftige oppositie tegen de regering voerde. Een leidende rol speelde hij bij het doordrijven van de oorlog tegen Oostenrijk. Het ontslag van de minister van Buitenlandse Zaken, Delesart, die de vrede behouden wilde, en diens vervanging door Dumouriez was Brissot’s werk. Gevolg was de oorlogsverklaring op 20 Apr. 1792 en daarvan weer die van Pruisen.
Van deze tijd af dateert de onoverbrugbare tegenstelling tussen Brissot en Robespierre. In de Nationale Conventie was Brissot lid voor het dep. Eure-et-Loire. Ofschoon de gematigden aanvankelijk de meerderheid in deze vergadering hadden, gelukte het hem niet de dagelijks wassende invloed der Berg-partij tegen te houden.
Hij trachtte Lodewijk XVI te redden door een beroep op het volk en door uitstel van de executie. Maar hij durfde het ten slotte niet aan, tegen de doodstraf te stemmen. In de buitenlandse politiek ging hij mee met de steeds onweerstaanbaarder nationalistische stroming, al trachtte hij met Dumouriez niet de annexatie van de Zuidelijke Nederlanden, maar de oprichting van een Belgische vazalstaat te bereiken, ook al omdat hij een oorlog met Engeland vermijden wilde. Het verraad van Dumouriez sleepte de val der Girondijnen mee (31 Mei en 2 Juni 1793).
Hij werd mee uit de Conventie gestoten, vluchtte, maar werd te Moulins gegrepen. Zijn Mémoires (4 dln) zijn in 1830 door zijn zoon uitgegeven (2de dr. 1877).Lit.: Goetz-Bernstein, La diplomatie de la Gironde, J. P. B. (1912); E. Ellery, B. de Warville (Ithaca 1915).