is een stoornis in de ontwikkeling, waarbij de persoonlijkheid geheel, of in de meeste gevallen gedeeltelijk, niet verder uitgroeit dan die van het kind. Soms bepaalt het infantilisme zich tot een stoornis in de ontplooiing van een bepaalde functie.
Zo spreekt men van psychosexueel infantilisme of van motorisch infantilisme of van een infantiele wijze van spreken. Infantilisme in engere zin betreft zowel de lichamelijke, de geestelijke als de sexuele ontwikkeling, die op een kinderlijk peil blijven staan. Dit kan het gevolg zijn van een abnormale aanleg van de groei. Men kent: erfelijk infantilisme door kiembeschadiging (alkoholisme van een of van beide ouders of door andere vergiftigingen), infantilisme door endocriene stoornissen, door verschillende interne ziekten doorgemaakt in de vroege jeugd. Een algemene bespreking van de oorzaken van infantilisme vindt men onder dwerggroei.
Intestinaal infantilisme, ook ziekte van Gee-Herter genoemd, is een ontwikkelingsremming ten gevolge van een stoornis in de vertering en resorptie der vetten (idiopathische steatorrhoe z spruw).