Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Huisdieren

betekenis & definitie

zijn dieren, die tot nut of genoegen der mensen worden geteeld of althans gehouden. Daartoe behoren vooreerst de dieren van de veestapel, zoals bij ons rund, paard, varken, schaap en geit, in andere landen ook kameel, muildier, ezel, buffel, olifant, yak, lama, zebra en rendier, verder het pluimvee, zoals kippen, eenden, ganzen, duiven, kalkoenen, pauwen en zwanen, dan konijnen en vooral honden en katten, maar ook zang- en siervogels en vissen.

In sommige landen moeten door bijzondere omstandigheden dieren daartoe gerekend worden, die het volgens de gewone opvatting niet zijn, zo bijv. op Java een tweetal hagedissen, nl. de tokkè of gekko, die jacht maakt op muizen, en de tjitjak, die de insecten in de woningen zoveel mogelijk opruimt. Tot bestrijding der muizenplaag wordt bij ons de egel in de woningen geduld, in Egypte de ichneumon. In Indië en Perzië wordt voor de jacht op gazellen het luipaard gebruikt, zoals bij ons het fret voor de jacht op wilde konijnen. Ook insecten, zoals bijen en zijderupsen, moeten tot de huisdieren gerekend worden en hetzelfde geldt van de eidereend en tot zekere hoogte van wilde zwijnen en herten. Een scherpe grens valt dan ook niet aan te geven.