Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HORTUS

betekenis & definitie

Een botanische tuin of hortus botanicus, in Nederland bij verkorting hortus (= tuin) genoemd, is een tuin, waarin een verzameling levende planten van in- en uitheemse oorsprong wordt opgekweekt en verzorgd, als hulpmiddel voor het onderwijs in de plantkunde en voor het plantkundig onderzoek.

Daar vóór de 17de eeuw de plantkunde nog geen zelfstandig vak van studie vormde, maar slechts als onderdeel van de geneeskunde werd beoefend, zijn in de oudste botanische tuinen oorspronkelijk slechts gewassen gekweekt, die een geneeskrachtige werking bezaten of waarvan men veronderstelde, dat zij geneeskrachtig waren. Als voorlopers van de horti zijn dan ook die kloostertuinen te beschouwen, die gebruikt werden voor het kweken van gewassen, waarnaar in de apotheken van die dagen veel vraag was.

De meeste dezer ten behoeve der wetenschap gestichte tuinen zijn aan universiteiten of verwante onderwijsinrichtingen verbonden. De hortus te Leiden is in 1587 gesticht en is de oudste in Nederland. Hij was de vijfde botanische tuin in Europa. Voorafgegaan zijn die te Pisa (1544), Padua (1545), Bologna (1567 of 1568) en Leipzig (1580). In den beginne was de Leidse hortus slechts 40 bij 50 m groot. Thans is hij een der belangrijkste in Nederland, met een oppervlakte van ruim 2 ha.

Tuin en kassen herbergen een rijke verzameling van gewassen, waaronder exemplaren van hoge ouderdom en aparte schoonheid. De hortus te Amsterdam, op de tegenwoordige plaats aangelegd door Joan Commelin in 1682, maar reeds als een kleinere instelling aan de Amstel begonnen in 1618, doet in rijkdom aan soorten voor die te Leiden zeker niet onder. Vooral de collecties palmen, Cycadeeën en vetplanten zijn hier belangrijk en de Victoria regia-kas trekt ieder jaar veel bezoek. Toevoeging van het zgn. Blijdenstein-Pinetum te Hilversum aan de Amsterdamse hortus bracht deze in het bezit van een rijke collectie Coniferen. De hortus te Utrecht, aanvankelijk van bescheiden afmetingen, werd in 1920 aanmerkelijk uitgebreid met het als geschenk ontvangen, ha grote Canton’s park te Baam; die te Groningen, daterend uit 1642, toen de kruidentuin van de hoogleraar Henricus Munting als Hortus werd ingelijfd bij de universiteit, in 1917 door de aankoop van het 12 ha grote landgoed .,De Wolf” bij Haren. De hortus van de Technische Hogeschool te Delft schenkt uiteraard in het bijzonder aandacht aan technische planten; die van de Landbouwhogeschool te Wageningen is vooral arboretum*.

Van de aan universiteiten verbonden horti in het buitenland zijn als voornaamste te noemen: die te Bonn, München, Kopenhagen, Wenen, Oxford (als oudste in Engeland), Tokio en, in de V.S., die van de universiteit van Californië te Berkeley en van Harvard-University te Cambridge (Massachusetts).

Grote botanische tuinen verenigen veelal in zich de eigenschappen van een wetenschappelijk instituut voor onderzoek en onderricht met die van een publiek park. Dit geldt met name voor de zelfstandige, door staten of steden gestichte instellingen zoals de beroemde, incl. het rijke arboretum 116 ha beslaande, Kew-Gardens te Londen, de Rijksplantentuin te Brussel, de Jardin des Plantes te Parijs, de Berlijnse botanische tuin te Dahlem, die in Bronx-Park te New York en de vrij nieuwe Brooklyn Botanical Garden.

Naast de hier bedoelde kent men ook nog particuliere botanische tuinen. Beroemd is bijv. de door Lord Hanbury aangelegde tuin La Mortola te Ventimiglia. In Nederland zijn vermaard geweest die van de familie Clifford op de Hartenkamp te Bennebroek, waar Linnaeus zijn Hortus Cliffortianus is komen bewerken, en die van de familie Van der Hoop op het buiten Spaarnberg bij Santpoort, de Hortus Spaambergensis.

Van de botanische tuinen in de tropen zijn wel het meest bekend die te Peradeniya op Ceylon en die te Bogor (Buitenzorg). Laatstgenoemde, de Hortus Bogoriensis, in 1817 onder leiding van C.G.C.Reinwardt ingericht,thans officieel Keboen radja indonesia (Koninklijke plantentuin van Indonesië) geheten, is 80 ha groot en rijk aan tropische houtgewassen. Er behoort nog een bergtuin van 30 ha bij te Tjibodas, gelegen op de helling van de Gedé op ca 1500 m, die dient voor het kweken van planten uit koelere streken.

< >