luitenant-generaal (Rotterdam 6 Nov. 1857 - ’s-Gravenhage 13 Dec. 1935), koos de militaire loopbaan. In 1893, bij zijn benoeming tot kapitein, werd hij terstond overgeplaatst bij de generale staf en werkzaam gesteld als leraar aan de Hogere Krijgsschool in tactiek en oorlogsrecht.
In 1907 werd hij directeur der Hogere Krijgsschool. Hij was een achterneef van de volgende.Bibl.: Dienstplicht en Legervorming bij de voornaamste volken der Oudheid (Leiden 1888); De Persoonlijke Dienstplicht (Leiden 1889); Scherpe Tactiek; Het Infanterie Reglement; De Chitral Expeditie (Miles); Geeft Acht (Amsterdam 1890); Handleiding bij het Onderwijs in de „Oorlogs- en Neutraliteitsregelen” (Breda 1919); Grotius. Wegbereider voor het Nieuwe Volkenrecht (Amsterdam 1925); Van Crisis tot Oorlog (s-Gravenhage 1929, 1930); Oorlogsstaatkunde en Oorlogsregelen (Breda).