Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Gustaaf willem van imhoff

betekenis & definitie

(vrijheer), Nederlands koloniaal regent (Leer 8 Aug. 1705 Batavia 1 Nov. 1750), zoon van Wilhelm Heinrich (sinds 1697 vrijheer von), baron van Imhoff, geheimraad van de vorst van Oost-Friesland en drost van Leer en Leeroord. Hij vertrok op 20-jarige leeftijd als onderkoopman der Oost-Indische Compagnie naar Batavia en werd in 1730 waterfiscaal, in 1732 buitengewoon en in 1736 gewoon lid van de Raad van Indië en gouverneur van Ceylon, waar hij zich als een ijverig en bekwaam bestuurder deed kennen.

In 1740 naar Batavia teruggekeerd, geraakte hij in conflict met de gouverneur-generaal Valkenier, een twist, die vooral naar aanleiding van de verantwoordelijkheid voor de Chinezenmoord zo hoog liep, dat Van Imhoff met twee andere raadsleden in hechtenis werd genomen en naar Nederland gezonden. Daar was hij inmiddels reeds benoemd tot gouverneur-generaal; hij kreeg ten volle genoegdoening (Valkenier werd thans in arrest gesteld) en had gelegenheid de bewilliging van het opperbestuur te ontvangen voor de door hem voorgestelde hervormingsmaatregelen, neergelegd in de Consideratiën over den tegenwoordigen staat van de Nederlandsch Oost-Indische Maatschappij (zie Bijdr. Kon. Inst., 66, 1912). Hij aanvaardde in 1743 het bewind, dat hij tot zijn dood bleef voeren. Het verval der Compagnie was reeds te groot dan dat de maatregelen, die het kwaad niet in de wortel aantastten, nog doel konden treffen, al werd er in enkele opzichten wat verbeterd.

Van de pogingen tot kolonisatie is de stichting van Buitenzorg het gevolg geweest. Hoewel de contracten van 1743 en 1746 met Mataram en van 1747 met Bantam belangrijke voordelen voor de Compagnie bedongen, heeft Van Imhoff ten slotte, ten dele door eigen ontactvol optreden, in beide rijken oorlog en opstand verwekt. Een verslag van zijn reis over Java is afgedrukt in Bijdr. Kon. Inst. 1 (1853).Lit.: N. J. Krom, G.-G. G. W. v. I.(Amsterdam1941, no XXVII Patria-serie); Ned.’s Adelsboek XLI (i943-48), blz. 13.

< >