Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ARREST

betekenis & definitie

heeft de betekenis van vaststelling, aanhouding, vasthouding, inbeslagneming. In rechten en ook daarbuiten wordt het in verschillende zin gebruikt, altijd evenwel tot aanduiding van een der zoëven genoemde begrippen.

Een bepaalde technische term is het niet.Men kan in het burgerlijk recht onderscheiden tussen arrest op personen enerzijds en op goederen en vorderingen anderzijds. Arrest op goederen en inschulden wordt meestal, ook in de Nederlandse wetten, beslag genoemd. Arrest op een persoon komt voor in de vorm van gijzeling (z lijfsdwang).

In de zin van vaststelling of vastgestelde zaak komt arrest voor ter aanduiding van een vonnis van een Gerechtshof of van de Hoge Raad, zowel in burgerlijke als in strafzaken, hoewel een beslissing van een Gerechtshof doorgaans de zaak nog niet definitief vaststelt, daar een uitspraak van de Hoge Raad daarin nog verandering zou kunnen brengen, en een „arrest” van de Hoge Raad ook wel aan vernietiging kan blootstaan (zie art. 360 W.v.B.R.).

Uitspraken van kantonrechters en arrondissementsrechtbanken heten altijd vonnissen of beschikkingen, om het even of zij in het eerste dan wel in het laatste en hoogste ressort zijn gegeven.

In het Oudhollandse en Oudfranse recht wordt arrest in deze zin dikwijls gebruikt ter aanduiding van onderscheidene uitspraken en beslissingen van de administratieve of rechterlijke macht, maar vooral voor uitspraken van een hogeren rechter, waarvan geen hoger beroep mogelijk was.

Het spraakgebruik bezigt ook dikwijls het woord arrest voor aanhouding of vasthouding van personen als verdachten, beklaagden, getuigen en veroordeelden.

In de wet zijn de gevallen vermeld, waarin dergelijk arrest veroorloofd is, en zij geeft daaraan in de verschillende gevallen verschillende namen, zoals gevangenisstraf en hechtenis; het doel ervan is òf het onschadelijk maken van een voor de maatschappij gevaarlijk persoon, òf het beletten van de ontvluchting van hem, die terecht moet staan óf het dwingen tot een daad, als het afleggen van getuigenis. In dezelfde zin spreekt men van arrest en het geven van arrest bij militaire en andere autoriteiten (z beslag),

PROF. MR R. P. CLEVERINGA

In het militaire recht is arrest vrijheidsbeneming, welke als maatregel of als krijgstuchtelijke straf kan worden toegepast. Als maatregel in het belang van de orde en de tucht kent men het voorlopig arrest, dat door iederen meerdere aan een mindere kan worden aangezegd indien hij voldoende aanwijzing heeft gekregen om aan te nemen, dat die mindere een ernstig krijgstuchtelijk vergrijp heeft gepleegd en hij dit arrest nodig acht (art. 44 van de Wet op de Krijgstucht); voorts indien hem bekend is of door hem op waarschijnlijke gronden vermoed wordt, dat de mindere zich aan een ernstig strafbaar feit heeft schuldig gemaakt (artt. 4 en 5 van de Regtspleging bij de Landmagt, en artt. 2 en 3 van de Regtspleging bij de Zeemagt).

De met verlaging of met plaatsing in een tuchtklasse gestrafte is van rechtswege in arrest, totdat deze straffen ten uitvoer worden gelegd, zulks om ongewenst contact resp. om ontvluchting te voorkomen.

Als krijgstuchtelijke straf kan het arrest worden opgelegd in de vorm van licht of streng arrest voor officieren, en van licht, verzwaard of streng arrest voor onderofficieren en minderen en wel voor ten minste één dag en tot een maximum van 14 dagen (licht arrest voor onderofficieren en voor minderen maximum 21 dagen). De wijze, waarop deze verschillende vormen van arrest worden ondergaan, is in de Wet op de Krijgstucht voorgeschreven. Bij een leger te velde gelden afzonderlijke bepalingen.

Oudere (thans vervallen) vormen van arrest waren: sluiting in een cachot of gat, provoost, straf- of politiekamer, huisarrest, kamerarrest, kwartierarrest en stadsarrest (z verder krijgstucht en militaire rechtspraak).

MAJ. MR H. H. A. DE GRAAFF.

< >