Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

VORST

betekenis & definitie

Hiervan spreekt men, zodra de luchttemperatuur minder is dan 0 gr. C., het vriespunt van water, een uiterst belangrijk punt vanwege de grote rol, die het water in de natuur speelt, het punt waarbij het leven van de plant bedreigd wordt, de neerslag de vorm van sneeuw of hagel kan aannemen en het ijs de wateren kan gaan bedekken.

Meteorologisch heeft men afgesproken, de luchttemperatuur te meten op twee meters boven de grond, onder uitsluiting van de invloed van straling (men zal dus alleen van „vorst” spreken, wanneer de zo gemeten temperatuur onder 0 gr. C. daalt) ; het voorkomen van temperaturen onder 0 gr. C. nabij de grond of op sterk aan straling blootgestelde punten (bloesems) noemt men nachtvorst of grondvorst.De eerste oorzaak van vorst is afkoeling door uitstraling onder omstandigheden, waarbij weinig warmte door straling of geleiding van de omgeving wordt verkregen. Het aardoppervlak ontvangt warmte van de zon overdag, van de atmosfeer dag en nacht en van de dieper gelegen grond gedurende de nacht; de vorst zal daardoor sterker worden in de nacht, een droge atmosfeer vereisen, omdat een vochtige atmosfeer en wolken veel warmte terugstralen, en wordt begunstigd door sneeuwbedekking van de bodem, die de aardwarmte afsluit en zelf een geringe soortelijke warmte heeft, terwijl de zonnewarmte overdag grotendeels wordt teruggekaatst. Zo komen dus de laagste vorsttemperaturen in de met sneeuw bedekte streken in hogedrukgebieden in het binnenste der vastelanden voor. Als laagste temperatuur wordt opgegeven — 78 gr. C. in Oost-Siberië. Ook een dunne vochtige luchtlaag, die de bodem bedekt, kan door uitstraling naar een heldere hemel belangrijk onder 0 gr.

C. komen, omdat de waterdamp de uitstraling van die lucht sterk maakt. Zo kan in de eerst gevormde mist de temperatuur ver onder o gr. G. dalen en worden alle vaste voorwerpen met „ruige vorst” bedekt. Dikke vochtige lagen of wolken, van over zee aangevoerd, beletten echter de vorst of verdrijven die, wanneer zij vooraf aanwezig was. Worden de in het binnenland van het continent afgekoelde luchtmassa's door de winden naar kustlanden gedreven, dan kan ook daar strenge vorst optreden.

In de weerberichten in Nederland en België rekent men tot

lichte vorst van 0 gr. tot —5 gr. C.,

matige vorst tot — 10 gr. C. en

strenge vorst onder —10 gr. C.

In Nederland en België zijn het dus de oostenwinden, die de „transportkou” (in tegenstelling met stralingskou) brengen; de laagste temperaturen, in Nederland van —25 gr. tot —27 gr. C. (1942), in België van —19 gr. tot —30 gr. C. (1940), kwamen voor bij sneeuwbedekking, wanneer de stralingskou ook meehelpt. Vlak boven de sneeuw meet men dan nog veel lagere temperaturen. Het aantal vorstdagen (dagen waarop het min. onder 0 gr. C. kwam) loopt in Nederland gem. van 34 tot 84 per jaar, het aantal ijsdagen (max. onder 0 gr.

C.) van 9 tot 16; voor België gelden als gem. 45 tot 120 vorstdagen per jaar en 7 tot 15 ijsdagen. De kleinste aantallen gelden voor de kustplaatsen, waar de zee een temperende invloed heeft (z temperatuur en Nederland, klimaat).