baron, later graaf van (St Mårtens in Finland 1757 - Zarskoje Selo bij Petrograd 1814), was een gunsteling van Gustaaf III, koning van Zweden. Hij bevorderde de aansluiting van Zweden bij Katharina II’s Bond van Gewapende Onzijdigheid in de Frans Engelse Zeeoorlog (1780).
In 1788 bewerkte hij de oorlog met Rusland om voor Zweden zijn oude Oostzeelanden terug te veroveren en ondersteunde zijn koning in de ten gevolge van deze krijg uitgebroken moeilijkheden met de adel. Na de nadelige vrede van Werelä (1790) stijfde hij Gustaaf III in zijn fantastische plannen tegen de Franse Revolutie en kwam na de plotselinge dood van den koning (1792) in de regentschapsraad over Gustaaf IV. Nu was zijn politieke rol vrijwel uitgespeeld. De nieuwe machthebbers zonden hem als gezant naar Napels, vanwaar hij in 1794 ten gevolge van een samenzwering vluchten moest naar Rusland. Gustaaf IV riep hem wel is waar terug, in 1807 trad hij als Zweeds legeraanvoerder in Pommeren en in 1808 in Noorwegen op, maar in 1811 begaf hij zich in Russische dienst, omdat zijn eigenlijke vaderland — Finland — sedert 1807 Russisch geworden was. Zijn laatste levensjaren bracht Armfelt door als raadgever van tsaar Alexander I.