Frans-Zwitsers kerkhervormer (Gap, Dauphiné, 1489 - Neuchâtel 13 Sept. 1565), kwam gedurende zijn studietijd te Parijs door Jacques Lefèvre en door Bijbelstudie tot reformatorische inzichten, behoorde tot de kring van bisschop Briçonnet te Meaux, doch moest van daar uitwijken naar Straatsburg. Te Bazel leerde hij Oecolampadius kennen, vervolgens arbeidde hij te Aigle in het Bernse.
Toen Bern na het godsdienstgesprek van 1528 de Reformatie doorvoerde, werkte Farel daarin krachtig mede op verschillende plaatsen, zoals ook te Neuchâtel, waar in 1530 de mis werd afgeschaft. Na onder de Waldenzen gearbeid te hebben, kwam hij in 1532 te Genève, waar hij de invoering van de Reformatie heeft bewerkt, In 1536 hield hij hier Calvijn vast, met wie hij echter in 1538 tijdens de strijd om de macht tussen staat en kerk de stad moest verlaten, waar hij dan ook niet meer teruggekomen is. Zijn woonplaats en werkcentrum bleef Neuchâtel. Zijn oudste zelfstandige geschrift is: Summaire et briefve déclaration d’aulcuns lieux fort necessaires à ung chascun chrestien pour sa confiance en dieu et ayder son prochain, 1525 (uniek exemplaar van de eerste druk in het Brits Museum). Farel was een scherpe geest, wiens historische grootheid o.m. hierin bestaat, dat hij de veel jongere Calvijn de weg gebaand heeft tot zijn roeping en hem zonder enige nijd mateloos heeft zien toenemen in invloed.PROF. DR J. N. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK
Bibl. : De brieven van Farel tussen die van Calvijn in diens Opera in het Corpus Reformatorum, dl 382-47 (1872-’79).
Lit.: Guill. Farel 1489-1565, biogr. nouvelle par un groupe d’historiens (Neuchâtel 1930), met bibliogr.; A. Stucki, G. F. (St Galien 1942).