baron, Frans chirurg (Pierre-Buffière 5 Oct. 1777 - Parijs 8 Febr. 1835), was de zoon van een onbemiddelde advocaat. Hij studeerde te Parijs in armoedige omstandigheden maar bracht het reeds op 18-jarige leeftijd tot prosector bij de anatomie.
In 1802 werd hij verbonden aan de staf van het Hôtel-Dieu; in 1814 aldaar hoogleraar in de chirurgie. Dupuytren behoorde met Bichat* en Laennec* tot de grote voorvechters van de pathologische anatomie. Hij was een zeer begaafd chirurg maar ook een groot leermeester en een man van ongelofelijke werkkracht. Hij was de eerste, die resecties aan de onderkaak verrichtte, de cervix uteri amputeerde wegens kanker en een anus praeternaturalis aanlegde. Dupuytren was lijfarts van Lodewijk XVIII en Karel X. Geschat wordt dat hij jaarlijks ca 10000 patiënten onder zijn hoede nam.
Hij vergaarde een fortuin, zo groot, dat hij Karel X een millioen francs kon aanbieden toen deze in geldnood zat. Sommige van zijn beschrijvingen van ziektebeelden zijn klassiek geworden: de contractuur van Dupuytren is een verkromming van een of meer vingers door verkorting van de fascia palmaris, de fractuur van Dupuytren is een breuk van het ondereind van het kuitbeen, ontstaan door omknikking van de enkel naar binnen.DRH. J. VIERSMA
BibL: Leçons orales de clinique chirurgicale faites à l’HôtelDieu (4 dln, 1830-1834) ; Traité théorique et pratique des blessures par armes de guerre (2 dln, 1834).