Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

WALDENZEN

betekenis & definitie

is thans de naam voor de Evangelisch-hervormden in Italië. De naam gaat terug op Petrus Valdes, koopman te Lyon, in 1176 n.a.v.

Matth. 10 bekeerd tot een leven van apostolische armoede. Zijn volgelingen, „pauperes spiritu”, „pauperes Christi” of „de Lugduno”, trokken twee aan twee predikend het land door. In 1179 moest Valdes voor het Lateraans concilie verschijnen, in 1185 werd hij door zijn bisschop geëxcommuniceerd. De Waldenzen erkenden geen recht van paus of hiërarchie, waren dus in strijd met de Kerk, verwierpen tal van gebruiken, stelden zelf „bisschoppen” aan, namen biecht af, ordenden, en predikten en vertaalden de Bijbel. Verwant zijn de humiliati of Lombardijse armen; zij verbreidden zich in midden-Europa, vermengden zich met de Hussieten en Boheemse Broeders. In de eerste helft van de 16de eeuw gingen zij, enerzijds door het streven van hun eigen „barbets” George Morel en Pierre Masson, anderzijds door de steunende invloed van Farel, Saunier, Oecolampadius en Olivetan, tot de reformatie over (1532).

Zij werden zwaar getroffen in het bloedbad van Cabrières en Mérindol (1545) en nadat bij de vrede van Cateau-Cambrésis het hertogdom Savoye hersteld was, leden zij opnieuw vervolging, tot door de steun van de hervormde mogendheden, en vooral van Cromwell, in 1664 hun vrijheid daagde. Deze werd door de macht van Lodewijk XIV vernietigd, tot onder hun voorganger en veldheer Henri Arnaud op 27 Aug. 1689 de „joyeuse rentrée” in de valleien plaats had. Hierna volgde opnieuw verjaging tot hun volledige erkenning voor de wet onder hertog Karei Albert volgde op 17 Febr. 1848.De Waldenzen bewonen hoofdzakelijk de valleien van Martino. Angrogna, Luseraa, Perosa, Bariolommeo en Prarostino; hun centrum is Turijn en Torre Pellice. Door hun verbreiding in Italië, alwaar zij o.m in Calabrië aan uitmoording hebben blootgestaan in 1557, is hun naam op de Italiaanse Hervormden overgegaan. Zij zijn presbyteriaans georganiseerd, de wetgevende vergadering is de synode, bestaande uit alle predikanten en een aantal lekenleden, terwijl de ,,Tavola”, gekozen door de synode, het administratieve gezag uitoefent; voorzitter is de moderator, leden zijn predikanten, die in hun district een zekere superintendentie uitoefenen, en een aantal leken. ,,I1 corpo dei pastori”, gepresideerd eveneens door de moderator, waakt over de leer, benoemt de professoren der Waldensische faculteit te Rome, examineert de candidaten en ordent de predikanten. Hun totaal aantal bedraagt ca 70 000, waarvan 45 000 in Italië, 15 000 in Zuid-Amerika, 2000 in Noord-Amerika en de overigen elders wonen.

Bij het Concordaat van het Lateraan of Statuto del Regno van 1929, zijn op 26 Mrt 1947 de Waldenzen als Kerk bij de wet erkend. Gedurende de eeuwen van hun verdrukking hebben zij o.m. zeer veel steun uit de Republiek der Ver. Nederlanden ontvangen, waarvan het Comité Vaudois, bij de Waalse Kerk te Amsterdam, nog steeds de voortzetting is.

Lit.: A. W. Dieckhoff, Die W. im Mittelalter (1851); K. Müller, Die W. und ihre einzelnen Gruppen bis zum 14. Jahrh. (1886) ; J. Guiraud, Histoire de l’Inquisition au moyen-âge, 2 vol. (1935—’38) ; J.

Lindeboom, Stiefkinderen v. h. Chr. (1929); E. Gomba, Storia dei Valdesi (1935); J. Jalla, Les Vaudois des Alpes (1933); Idem, Storia della Riforma religiosa in Piemonte 1517-1637, 2 vol. (1914~’36) ; Bollettino délia Società di studi Valdese sedert 1884; A. Stucki, Christus in Italien (1936); Mia S. H. van Oostveen, in: Ned.

Archief v. Kerkgesch. dl 34 (1945) ; Idem, Henri Arnaud, Leraar en veldheer der W. (1951).

< >