(Doornik ca 1530 - ?) was een rechtsgeleerde te Doornik, die een belangrijk aandeel gehad heeft in de opstand tegen Spanje. Hij was van 1565-1567 de rechterhand van Lodewijk van Nassau en de tussenpersoon tussen de adel van het Compromis en de kerkeraden der Calvinisten.
Zo heeft hij deelgenomen aan de vergaderingen te Spa, St Truyen en Breda, waar hij telkens de man was, die geld beloofde vanwege de Hervormden en de edelen aanraadde, daarmee tot gewapend verzet over te gaan. Zeker heeft hij vele pamfletten tegen de regering opgesteld, heeft voorts in het begin van 1566 en in 1567 in Duitsland gereisd voor de goede zaak en trad in Oct. 1566 in dienst bij Hoorne; in Dec. doet hij mee aan de beraadslagingen van Brederode te Amsterdam.Hij heeft deelgenomen aan de verdediging van Doornik tegen Noircarmes (Jan. 1567) en aan de slag bij Austruweel. Daarna gaf hij het verzet nog niet op, maar moet in de zomer van 1567 gevlucht zijn; daarna horen wij niet meer van hem.
Lit.: De Navorscher, 1851 en 1852; Correspondance de Marguerite d’Autriche, duchesse de Parme avec Philippe II, III (1942), p. 3I9-325.