Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZAAK

betekenis & definitie

(juridisch) betekent in het recht allereerst stoffelijk voorwerp. Deze betekenis heeft het woord vooral in het zakenrecht (Boek II van het Burg.

Wetboek: „Van Zaken”). Vaak gebruikt de wet voor stoffelijk voorwerp ook het woord goed. In deze zin zijn auteursrecht, octrooirecht, recht op merken en vorderingsrechten geen rechten op zaken. De vraag of enig deel der natuur door het recht als zaak in deze zin beschouwd wordt is een zuiver juridische, die verschillend kan worden beantwoord, bijv. ten aanzien van electriciteit, die in Nederland voor het strafrecht wel als een zaak geldt, of voor een rivier. Een onzelfstandig deel van een zaak (het blad en de poten van een tafel, een ingebouwde motor in een sleepboot, een vaste trap in een huis) is geen zaak in rechtszin. Verdiepingen of flats werden in Nederland niet algemeen als afzonderlijke zaken aanvaard, totdat de wet van 20 Dec. 1951, Stbl. no 571, houdende voorzieningen betreffende de splitsing van een gebouw in appartementen, hier verandering in bracht.Geen delen van een zaak zijn de bijzaken, die zelfstandige zaken kunnen zijn, maar die tot deel van de hoofdzaak zijn geworden door natrekking (zadel van een fiets; over vaste wastafels en centrale verwarmingsinstallaties is meningsverschil) en hulpzaken, die zelfstandig zijn, maar dienstbaar aan de hoofdzaak (huissleutel bij het huis, riemen bij roeiboot, etui bij bril). Een bijzonder soort bijzaken zijn de onafgescheiden natuurlijke vruchten (fructus naturales) van een zaak, waaronder veel valt dat botanisch niet als vrucht is aan te merken. Afgescheiden vruchten zijn zelfstandige zaken.

Ouder is de ruimere juridische betekenis van het woord zaak (res) als vermogensbestanddeel. Deze betekenis had Res reeds in het Romeinse recht. Ook rechten op zaken (in de betekenis van stoffelijke voorwerpen) zijn dan op hun beurt weer zaken, nl. vermogensrechten. Vermogensrechten werden reeds in het Romeinse recht res incorporales, onlichamelijke zaken, genoemd, met uitzondering evenwel van de eigendom. Vermogen is dus de som van iemands onlichamelijke zaken en zijn eigendomsrechten (lichamelijke zaken).



De wet gebruikt het woord zaak in art. 555 B.W. in de zin van vermogensbestanddeel, in art. 556 in de zin van stoffelijk voorwerp en in andere artikelen in nog vele andere betekenissen.

De zaak in de betekenis van de affaire, de handelszaak, is geen zaak in de zin van het zakenrecht; voor de goodwill is de beantwoording van deze vragen hoogst onzeker.

Wat zakenrechtelijk gesproken geen zaak is, kan zeer goed voorwerp van een obligatoire overeenkomst zijn. Nog niet geboren dieren bijv. kunnen wel reeds worden verkocht, maar niet worden geleverd vóór ze bestaan. Evenzo kan men een bijzaak verkopen zonder de hoofdzaak, maar levering is pas mogelijk nadat de bijzaak opgehouden heeft met de hoofdzaak verbonden te zijn.

PROF. MR H. R. HOETINK

Lit.: Paul Scholten-Asser, Zakenrecht (8ste dr. 1945), blz. 1-10; A. Pitlo, Zakenrecht (2de dr. 1951), blz. 1-23.