is de naam van het Calvinistische kerkgenootschap dat in 1859 werd gesticht in Rustenburg (Transvaal), door de kort tevoren uit Nederland overgekomen ds D. Postma.
De eerste lidmaten waren meest zgn. „Doppers”, die de Hervormde Kerk der Voortrekkers te liberaal vonden en geen Evangelische gezangen wilden zingen. Al spoedig breidde zij zich ook uit over de Noord-Kaap, het oude centrum van de Doppers vóór de Trek. Daar werd in 1866 te Burgersdorp een eigen Theologische school gesticht, die in 1905 naar Potchefstroom werd overgebracht en thans als „Potchefstroomse Universiteitskollege vir Christelike Hoger Onderwys” met de Vrije Universiteit van Amsterdam vergeleken kan worden. De dichter Totius (dr J.
D. du Toit) is er sedert 1911 hoogleraar. Hoewel ds Postma uit de Christelijk Gereformeerde kringen der Afscheiding van 1834 kwam is zijn werk in Zuid-Afrika zich naar de Vrije Universiteit gaan oriënteren. De „Kerkenordening” der Synode van Steynsburg (1913) berust op de herziening der leerregelen van Dordrecht door de Gereformeerde Synode van Utrecht in 1905. Een algemene Synode wordt elke drie jaar gehouden.
Er is geen moderatuur of permanent bestuursoraan. In 1942 waren er 128 gemeenten met ruim o 000 belijdende en doopleden. Aan zending wordt niet veel gedaan: slechts drie gemeenten met ca 2000 lidmaten, veelal Bavenda.PROF. DR M. BOKHORST
Lit.: S. du Toit, Die geskiedenis van die Gereformeerde Kerk, in: Kultuurgeskiedenis van die Afrikaner, dl II (Kaapstad 1947).