Onder deze naam worden in de Ned. Herv. kerk naast de vanouds bekende Psalmen in berijming kerkliederen gezongen die, vnl.
Duits geïnspireerd, als bundel in 1807 onder de naam Evangelische gezangen werden ingevoerd. Deze invoering wekte veel strijd en kwam dan ook eerst geleidelijk tot stand (nog steeds niet geheel), hoewel de oude strijd door de invoering van de zgn. Nieuwe Bundel veel van zijn scherpte verloor. Bewerkingen en nieuwe gedichten werden toevertrouwd aan de toenmaals beste dichters als Feith en Van Alphen.
De geest was beurtelings piëtistisch en rationalistisch. Naast de Duitse werden enkele Franse liederen bewerkt. Eerst in 1899 werd aan de Evangelische Gezangen een Vervolgbundel toegevoegd, waarbij dichters als Nicolaas Beets en vooral de hymnoloog Roelof Bennink Janssonius waren betrokken, en de voortreffelijke componist Joh. Bastiaans.
De Vervolgbundel brengt althans enkele klassieke liederen, zowel reformatorisch als voor-reformatorisch. In 1938 eindelijk werden beide bundels vervangen door de zgn. Nieuwe Bundel (Psalmen en Gezangen voor de eredienst der Ned. Herv.
Kerk). Deze heeft de minder geslaagde liederen weggelaten of trachten te verbeteren, terwijl tal van liederen uit het Frans, Duits en Engels werden toegevoegd en vooral het Oudchristelijk lied beter tot zijn recht kwam. Ook werd aan de oorspronkelijke vorm van de melodieën meer aandacht besteed.PROF. DR G. VAN DER LEEUW
Lit.: R. Bennink Janssonius, Gesch. v. h. kerkgezang bij de Hervormden in Ned. (1860); J. H. Gunning J.
H.zn, De gezangenkwestie in de Ned. Herv. Kerk (1910); A. W.
Bronsveld, De Evang. G. (1917); H. Hasper, Een reform, kerkboek (1941).