Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Galenus abrahamsz

betekenis & definitie

Nederlands predikant (Zierikzee 8 Nov. 1622 — Amsterdam 19 April 1706), achterkleinzoon van Gillis van Aken, den martelaar, zoon van Abraham Gelijnsz., leraar der Doopsgezinden te Zierikzee. Promoveerde te Leiden in de geneeskunde en vestigde zich te Amsterdam, waar hij een dochter van den doopsgezinden leraar Bierens huwde, zich toelegde op de godgeleerdheid en in 1648 tot doopsgezind leraar gekozen werd.

Hij was bevriend met Collegianten en daardoor geneigd tot het Socinianisme en een krachtig voorstander van verdraagzaamheid. Dit heeft geleid tot de befaamde Lammerenkrijgh, die op de scheuring der Amsterdamse Gemeente uitliep (1664). Sedert vergaderde Galenus de zijnen in het Lam, later ook in de Toren, tot kerkzaal verbouwde pakhuizen en bleef tot zijn dood aldaar voorganger. Opmerkelijk waren zijn goede zorgen voor een wetenschappelijker opleiding der leraars dan tot die tijd onder de Doopsgezinden gebruikelijk was.Lit.: W. J. Kühler, Het Socinianisme in Nederland (Leiden 1912); C. B. Hylkema, Reformateurs (Haarlem 1900-1902): Biogr. Wb. v. Ned. Godgeleerden, III, 166-170.

< >