Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GALBANUM

betekenis & definitie

ook wel moederhars genoemd, is een gomhars (gumma resina galbanum), dat tot de esterharsen (z hars) gerekend wordt en afkomstig is van een in Noord- en Midden-Perzië voorkomende Umbellifeer (Schermbloemige) Ferula galbaniflua Boissier & Buhse, en misschien van enkele andere soorten. Het ontstaat als melksapachtige stof in schizogene en intercellulaire gangen, zowel in het merg, als in de schors.

Men zamelt het aan de basis van de stengel en de bladvoeten, vrijwillig of na insnijdingen, uittredende sap in. Het komt zowel in „lacrymis” of „granis” (tranen of korrels), als „in massa” in de handel; het eerste zijn hazelnootgrote, droppelvormige korrels, die gelig tot roodachtig bruin zijn en bij verwarmen in de hand week worden; bij smelten ontstaan overvloedig witte dampen, die met lakmoes zuur reageren; de soort „in massa” is geel tot bruin, vormt grotere klompen, die vaak plantendelen of zand bevatten. De geur is aromatisch, zeer karakteristiek, de smaak harsig en bitter, doch niet weerzinwekkend; verse breukvlakken gelig en glanzend, doch spoedig mat wordend. Samenstelling: 15-20 pct gom, 10-22 pct aetherische olie, die d-pineen, cadineen (Cl5H24) en cadinol (CI5H260) bevat en 63,5 pct hars, waaruit 20 pct umbelliferon geïsoleerd kan worden; door verzeping geven deze harsen aromatische zuren, waarom ze tot de esterharsen gerekend worden.

Gebruik: medisch, vooral in pleisters, en samen met asa foetida in pillen voor inwendig gebruik.DR A. KLEINHOONTE

Lit.: Wiesner, Die Rohstoffe des Pflanzenreiches I p. 1050 (Leipzig 1927); Tschirch u. Stock, Die Harze II, 1, p. 188 (Berlin 1935); Trease, Textbook of Pharmacognosy, p. 451 (London 1949).

< >