is de schrijver van een in het Latijn opgesteld verhaal over de moord op graaf Karel de Goede en de tragische gebeurtenissen, die zich kort daarna in Vlaanderen hebben afgespeeld. Over hem is alleen met zekerheid bekend, dat hij een geestelijke en tevens een grafelijk notaris was, d.w.z. een ambtenaar, die deel uitmaakte van de grafelijke kanselarij.
Zowel zijn geboortedatum als zijn sterfdatum zijn onbekend, doch hij heeft blijkbaar op het ogenblik, dat hij in 1127-1128 zijn verhaal opstelt, reeds een hoge leeftijd bereikt. Zijn verhaal, dat als titel draagt De multro, traditione et occisione gloriosi Karoli comitis Flandriarum, is zeer merkwaardig en onderscheidt zich door de levendigheid, waarmede de gebeurtenissen en de beschaving van de tijd worden beschreven. De auteur had in de bewogen dagen, die volgden op de moord van Karel de Goede te Brugge, in 1127, dag voor dag nota genomen van de belangrijkste gebeurtenissen. Naderhand werkte hij die aantekeningen uit tot een doorlopend verhaal, dat niet alleen een trouwe, maar bovendien een levendige voorstelling geeft van wat van de moord op de graaf af (Mrt 1127) tot de inhuldiging van graaf Diederik van de Elzas (Juli 1128) gebeurde.H. DESMEDT
Bibl.: Vie de Charles le Bon, éd. p. F. Guizot (Coll. des mém. rel. a I’hist. de France VIII, 4, Paris 1825); Histoire du meurtre de Charles le Bon, publ. p. H.
Pirenne (Paris 1891).
Lit.: H. van Houtte, Essai sur la civilisation flamande d’après G. de B. (Louvain 1898).