of compositum is in de taalkunde de naam voor een woord dat uit twee delen is samengesteld, waarvan elk afzonderlijk kan gebruikt worden, zoals bijv. stoelleuning, opzeggen, overweg. Voor een gedeelte zijn zulke samenstellingen ontstaan, doordat de vereniging van twee begrippen niet alleen als een syntactische, maar ook als een semantische eenheid gevoeld werd. Het woord overweg is niet alleen een weg, die ergens over heen gaat, maar zeer bepaald de kruising van een verkeersweg met een spoorlijn.
De eenheid der samenstelling wordt vaak door een bijzondere accentuatie uitgedrukt: terwijl dóórlopen het onderscheid der delen nog duidelijk laat voelen, is het woord doorlópen een echte samenstelling, wat ook daaruit blijkt, dat de verleden deelwoorden van deze werkwoorden resp. zijn doorgelopen en doorlopen. Men kan op grond van de aard der samenstelling verschillende soorten onderscheiden, zoals iteratieve composita (zo-zo, bonbon, joujou), dvandva-composita (rood-zwart), bahuvrihi-composita (grootscheeps, roodwangig) e.a.