Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Frederik adolf

betekenis & definitie

koning van Zweden (gest. 1771), stamde uit een jongere tak van het huis Gottorp, en werd bisschop van Lübeck in 1727 na de dood van zijn vader en regent van het hertogdom Gottorp in 1739 voor zijn minderjarigen neef Karel Peter Ulrik, zusterszoon van keizerin Elisabeth Petrowna, in 1742 door deze aangewezen als haar opvolger. Op haar wens koos, in 1743, na afloop van de door de Zweden ontketende oorlog, bij de voor Zweden smadelijke vrede, de Rijksdag Adolf Frederik tot opvolger van den kinderlozen koning Frederik.

Onder invloed van zijn energieke echtgenote, Louise Ulrike, zuster van den Pruisischen koning Frederik II, stelde hij pogingen in het werk de koninklijke macht, sinds de „regeringsvorm” van 1720 aanzienlijk beperkt, te vergroten, een streven, dat geleid heeft tot een diepe vernedering van het vorstelijk gezag. Dat haar zoon en opvolger Gustaaf III in de tenuitvoerlegging van zijn twee coups d’état is geslaagd, heeft de koningin-weduwe hem niet kunnen vergeven; uit afgunst heeft zij de geruchten betreffende de onwettige geboorte van diens zoon — den lateren koning Gustaaf IV — niet tegengesproken. Adolf Frederik was een man van geringe betekenis en stelde in weinig zaken belang. Zijn echtgenote had, evenals haar broeder, grote bewondering voor de Franse cultuur; op haar initiatief werd in 1753 te Stockholm, naar Frans voorbeeld, een Academie opgericht ter beoefening van de „Inscriptions et Belles Lettres”.Lit.: F. Arnheim, Die Memoiren der Königin von Schweden, Louise Ulrike (1888); ld., Die Schwedische Schwester Friedrichs des Groszen, 2 dln (1909-1910).

< >