Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Elbertus LEONINUS

betekenis & definitie

of Elbert de Leeuw, Nederlands staatsman en rechtsgeleerde (Zaltbommel 1519 of 1520 - Arnhem 6 Dec. 1598), werd in 1548 hoogleraar en in 1560 „professor primarius” te Leuven. Reeds toen werd hij, ook door de regering, vaak geraadpleegd (o.a. in 1553 in een geschil tussen de Hanze en Engeland) en was lid van belangrijke gezantschappen.

In de opstand tegen Spanje speelde hij een gewichtige rol èn door zijn grote kennis van het recht èn door zijn gematigd standpunt. Hij was godsdienstig niet bij een bepaalde richting aangesloten en libertijns van opvatting; hij was politiek geen partijman, vandaar zijn bemiddelende rol en zijn herhaalde pogingen om de vrede te herstellen. In 1574 polste hij namens Requesens de Prins van Oranje over vrede, wat leidde tot de vredesonderhandelingen te Breda (1575), waar Leoninus de voornaamste onderhandelaar was. Toen deze mislukten en kort daarop Requesens stierf en de troepen gingen muiten, werkte hij, als tegenstander van godsdienstig fanatisme, mede aan de Pacificatie van Gent, tekende namens Gelder (dat hij in de Staten-Generaal vertegenwoordigde) de Unie van Brussel (Jan. 1577) en nam daarna een belangrijk aandeel aan de onderhandelingen te Geertruidenberg (Mei 1577) en de satisfactie van Utrecht (Oct. 1577). Hij was toen voortdurend in de Staten-Generaal, die hem in 1578 naar Rome zonden, en drong steeds aan op verzoening. Einde 1579 legde hij zijn professoraat te Leuven neer, vervulde enige zendingen naar Overijsel en werd 3 Juni 1581 kanselier van Gelder en Zutfen, waar hij reeds vroeger bij Jan van Nassau op matiging tegenover de Katholieken had aangedrongen. Na 1582 vertegenwoordigde hij bijna voortdurend dit gewest ter Staten-Generaal en was er vaak voorzitter. In 1585 nam hij deel aan het gezantschap naar Hendrik III van Frankrijk en in 1586 werd hij zegelbewaarder van de Raad van State, waarin Leicester hem benoemd had. Na diens vertrek regelde hij de geschillen in Utrecht en in 1594 gaf hij aan, hoe het bestuur van Groningen en de Ommelanden moest worden georganiseerd, wat door Willem Lodewijk werd uitgevoerd. Hij was persoonlijk bevriend met de Prins van Oranje.DR H. A. ENNO VAN GELDER

Bibl.: Centuria consiliorum (1584); E. Leonini emendationum sive observationum libri septem (1610); Praelectiones intitulum codicis de iure emphyteutico (1606).

Lit.: G. H. M. Delprat, Bijdr. tot de levensgesch. v. E. L. (Bijdr. Vad. Gesch. en Oudh. VI, 1848); J. P. van Capelle, Bijdr. tot de Gesch. der Ned. 1827 (levensbeschr. v. E. L.); R. C. Bakhuizen v. d. Brink, Studiën en schetsen V (1913); Een honderdtal brieven uit de correspondentie van E. L., ui tg. d. J. Roelink, diss. Vrije Univ., Amsterdam (1946).

< >