stad in het Land Noord-Rijnland-Westfalen, is gelegen op de beide oevers van de Wupper en werd in 1929 met Barmen, Vohwinkel, Cronenberg en Ronsdorf verenigd tot de zich over 17 km lengte in het rivierdal uitstrekkende nieuwe stadsgemeente Wuppertal* (1939 401 672 inw.; 1946 325 046 inw.). De industrie van Elberfeld omvat behalve andere industrieën vooral weverijen, fabricage van katoenen, wollen en zijden stoffen, katoendrukkerijen en de vervaardiging van fluweel, halfzijden en halfwollen kledingstukken en van meubelstoffen.
Het hier voor het eerst toegepaste stelsel van armenzorg heeft als Elberfelder-stelsel (z armenzorg) ook buiten Duitsland ingang gevonden.De stad Elberfeld, ontstaan bij een burcht, behoorde oorspronkelijk tot het aartsbisdom Keulen en kwam in 1176 als leen aan de graven van Berg. In 1610 kreeg het stadsrechten en in 1640 werd het door wallen en muren omringd. Elberfeld, dat altijd een fabrieksstad geweest is, begon vnl. te bloeien op het einde der 18de en in het begin der 19de eeuw, toen het Continentale Stelsel concurrentie met Engeland mogelijk maakte. In 1815 kwam het met Berg aan Pruisen.
Lit.: K. Ribbeek, Gesch. d. Stadt E. (1915); Fritz Jorde, Bilder aus dem alten E. (2de dr. 1907); Elberfeld, Bearb. v. R. Koch (3de dr. Berlin 1929).
