Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DORST

betekenis & definitie

Een volwassen mens verliest per dag ca 2,5 l water met urine, met de uitademingslucht en door verdamping aan het huidoppervlak. Per dag moet dus ca evenveel water worden opgenomen met vast en vloeibaar voedsel (ook vast voedsel bevat nog zeer veel water).

Is de toevoer van water niet evenredig aan de afgifte, dan is het dorstgevoel een van de tekenen, die voor deze wanverhouding waarschuwen. Wij kunnen dan nog een onderscheid maken tussen de plaatselijke dorstgevoelens in mond en keel en het meer algemene gevoel van onbehaaglijkheid ten gevolge van dorst. Hoewel het fysiologisch onderzoek nu wel directe oorzaken voor het dorstgevoel heeft aangetoond, moeten wij toch voorop stellen, dat in het dagelijks leven drinken en dorstgevoel typische gewoonteverschijnselen zijn, m.a.w. dat dikwijls vocht wordt opgenomen, waar het organisme eigenlijk niet om vraagt, alleen uit sleur of gewoonte.Als fysiologische oorzaken van dorst kent men het relatieve gebrek aan water, plaatselijk in de slijmvliezen van mond en keel, algemeen in bloed en weefsels. Met relatief wordt hier bedoeld de hoeveelheid water ten opzichte van de hoeveelheid stof, die daarin is opgelost. Dorst ontstaat dus bij een droge mond, doch ook bij een indikking der bloed- en weefselvloeistoffen door sterk waterverlies (met urine, langs de darm, door sterk zweten) of toeneming der opgeloste stoffen (bij zeer zoute of zoete spijzen). Voor het dorstgevoel speelt het uitdrogen van de mond een belangrijke rol, mede omdat het organisme op een gering watergebrek spoedig reageert met verminderde speekselsecretie. Deze secretie is ook zeer gevoelig voor psychische factoren (gewoonte, angst, enz.); vandaar ook dikwijls het „ongemotiveerde” dorstgevoel. Kauwgom, roken, zuurtjes, enz., zijn goede hulpmiddelen voor het bestrijden daarvan.

Waterverlies door abnormaal sterk zweten, zoals voorkomt bij arbeiders, die aan hoge temperaturen zijn blootgesteld (mijnwerkers, stokers) en in woestijnklimaten, kan niet afdoende worden aangevuld door het drinken van water alleen. Met het zweet wordt nl. veel keukenzout aan het organisme onttrokken. Dit moet eveneens worden aangevuld, omdat zout nodig is voor een goede verdeling van het lichaamswater over de cellen enerzijds, het bloed en de weefselvochten anderzijds.

Sterke dorst, die tot abnormaal veel drinken leidt, komt bij verschillende ziekten voor. Een bekend voorbeeld is de suikerziekte, die bij onvoldoende behandeling, als er veel suiker in de urine komt, aanleiding geeft tot de vorming van abnormaal veel urine en dus tot onttrekking van water aan het lichaam (zie ook diabetes insipidus). Voorts kunnen nierziekten, hartziekten en allerlei andere stoornissen (bijv. koorts) dorst veroorzaken.

DR H. J. VIERSMA

< >