graafschap in het Zuiden van Engeland aan het Engelse Kanaal (met de schiereilanden Purbeck en Portland). Het telt op 2532 km2 (1946) 260.000 inw.
De bodem bestaat hoofdzakelijk uit krijt en is grotendeels vlak, deels vormt deze lage heuvelreeksen (downs). De voornaamste rivieren zijn de Stour, de Frome, de Piddle, de Wey en de Brit. Sommige streken zijn zeer vruchtbaar, vooral in het N. en W., zodat men deze de „tuin van Engeland” noemt. Daarnaast neemt heide nog een betrekkelijk grote oppervlakte in. Landbouw is het voornaamste bedrijf. Van de totale oppervlakte van het graafschap wordt 24 pct ingenomen door bouwland (met tarwe, haver, gerst en voederbieten als hoofdopbrengst van de akkerbouw), bijna 8 pct door kunstweiden (klaver), ruim 35 pct door weiland, terwijl 9 pct van de oppervlakte natuurlijke weiden vormt. De rundveehouderij overweegt hier in sterke mate. Consumptiemelk en kaas vormen de voornaamste producten. Dorchester is de hoofdplaats. De grootste steden zijn echter Poole (haven en steenindustrie), de badplaats Weymouth en de oorlogshaven Portland.Lit.: Victoria County History; Dorsetshire, the land of Britain (London 1940).