Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DOMINICANESSEN

betekenis & definitie

vrouwelijke religieuzen, die volgens de aan haar aangepaste Dominicaanse constituties een contemplatief of actief of een gemengd (contemplatief en actief) kloosterleven leiden. Zij worden onderscheiden in zusters der Tweede en der Derde Orde.

De zusters der Tweede Orde leggen plechtige kloostergeloften af, hebben pauselijk slot, volgens de regel en de constituties der Eerste Orde, terwijl sommige van haar kloosters, vooral de oudere, ook onder het rechtstreekse bestuur van de Eerste Orde staan. Het enige klooster van de Tweede Orde van Dominicanessen in Nederland is Marienthal te Venlo.

De Zusters der Derde Orde (kloosterlijke tak) leggen geen plechtige, doch slechts eenvoudige kloostergeloften af, staan niet onder het rechtstreeks bestuur van de Eerste Orde, maar onder dat van de bisschop, in wiens diocees zij gevestigd zijn en zijn verdeeld in talrijke congregaties, waarvan ieder haar eigen constituties heeft. In Nederland zijn congregaties van zusters der Derde Orde:

1. Dominicanessen van Voorschoten (Congregatie van de H. Catharina van Siena), gesticht in 1841 door pater J. D. Raken O.P. en Catharina Pinkers.
2. Dominicanessen van Neerbosch (Zusters Dominicanessen van de H. Familie), gesticht in 1848 door pater D. van Zeeland O.P.
3. Dominicanessen van Bethanië (Congregatie van de zusters Dominicanessen van Bethanië), gesticht in 1867 door pater J. Lataste O.P.
4. Dominicanessen van King-Williamstown (Zuid-Afrika), gesticht in 1877.
5. Dominicanessen van de H. Catharina van Siena, gesticht in 1896 te New-Castle in Natal (Zuid-Afrika) door Mother Mary Rose Niland.

De Zusters der Derde Orde (kloosterlijke tak) moeten onderscheiden worden van Derde Ordelingen of Tertiarissen, die zonder kloostergeloften in de wereld leven. De Derde Orde (zowel wereldlijke als kloosterlijke) werd niet door St Dominicus gesticht. Zij ontving eerst haar officiële regel in 1285 van de Generaal der Orde Munio de Zamora.

DR C. H. LAMBERMOND O.P.

Lit.: H. Wilms, Das Beten der Mystikerinnen (Vechta 1916); O. Decker, Die Stellung des Predigerordens zu den Dominikanerinnen (Vechta 1935); Chez les Dominicaines du Grand Ordre (Bruges 1923); De Ganay, Les Bienheureuses Dominicaines (Paris); Dochters van St Dominicus in Ned. (Nijmegen 1946).

< >