Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Kloostergeloften

betekenis & definitie

zijn geloften, die een kloosterling na één of meer proefjaren uitspreekt ten teken dat hij zich voor een bepaalde tijd (tijdelijke geloften) of voor zijn gehele leven (eeuwige geloften) wil schikken naar de geest van zijn Orde of Congregatie. Alleen in de nieuwere kloosterstatuten worden als zodanig steeds uitdrukkelijk vermeld de geloften van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid. In de oude kloosterregels werden zij wel verondersteld, maar niet samen genoemd.

Door de gelofte van armoede verzaakt de kloosterling aan alle persoonlijk bezit of althans van het persoonlijk gebruik, door de gelofte van zuiverheid verplicht hij zich tot een maagdelijke levenswijze, door de gelofte van gehoorzaamheid onderwerpt hij zich aan zijn wettige oversten in alles wat niet zondig is. Soms wordt hier nog een vierde gelofte bijgevoegd, die het specifiek karakter der Orde of Congregatie aanduidt. Op verschillende zeer ernstige overtredingen der kloostergeloften zijn ook in het hedendaags kerkelijk recht nog altijd zware straffen gesteld, als excommunicatie en suspensie. Ook in het geval van eeuwige geloften is dispensatie mogelijk.

< >