Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CATHARINA

betekenis & definitie

is de naam van verschillende Katholieke heiligen.

Catharina van Alexandrië

heeft, volgens een oude legende, ten tijde van keizer Maxentius (305-312) 50 heidense wijsgeren, die haar strikvragen stelden, tot het geloof in Christus’ godheid overgehaald. Men wilde haar op een rad leggen met scherpe spijkerpunten, doch het foltertuig brak en daarom werd ze onthoofd. Een vrome overlevering wil hebben, dat Engelen haar lichaam op de berg Sinaï hebben begraven. Een feit is, dat de pelgrims, die in de middeleeuwen de Sinaï bezochten, van daaruit haar eredienst in het Westen hebben verbreid.

Sommigen menen, dat het lichaam der H. Catharina in de 8ste eeuw uit vrees voor de Saracenen van Alexandrië naar de berg Sinaï werd overgebracht. Monniken zouden zich met die edele taak belast hebben; wat inderdaad wel vaker gebeurd is. Ze is de patrones van het aartsbisdom Utrecht.

Haar feestdag is 25 Nov.

Catharina van Bologna

(8 Sept. 1413 - 9 Mrt 1463), afkomstig uit een rijke familie te Boiogna, was als jong meisje hofdame bij prinses Margareta van Este, maar toen deze in het huwelijk trad, besloot zij het kloosterleven te omhelzen. Zij stierf als abdis van het Arme-Clarissenklooster te Bologna. Zij werd in 1724 heiligverklaard. Haar feestdag is 9 Mrt.

Zij heeft haar ervaringen op mystiek gebied te boek gesteld in De septem armis spiritualibus (Venetië 1511). Ook een Latijnse hymne op de vijf eerste mysteriën van de H. Rozenkrans wordt haar toegeschreven. Wat haar openbaringen (revelationes) betreft, die zijn niet door haar opgesteld en niet geheel te vertrouwen.

Catharina van Genua,

tevens belangrijk mystica (Genua 1447 - 15 Sept. 1510), stamde uit het beroemde geslacht Fieschi. Zij ontving een zorgvuldige opvoeding. Op 8-jarige leeftijd begon zij een streng ascetisch leven en wilde met 13 jaar intreden in de orde van de Kanunnikessen van Lateranen. Om haar jeugdige leeftijd werd ze niet aangenomen.

Toen ze 16 jaar was, trad ze op verlangen van haar ouders in het huwelijk met Giuliano Adorno. Naar hem staat ze ook bekend onder de naam H. Catharina Flisca-Adorno. Het was een zeer ongelukkig huwelijk.

Vijf jaar lang leed ze aan een ongeneeslijke droefheid. Om zich meer aan hem aan te passen begon ze een min of meer werelds leven te leiden. Zij werd een gevierde vrouw, maar ze voelde zich nog leger dan voorheen.

In Mrt 1473 voltrok zich toen haar plotselinge bekering. Gedurende 23 jaren vastte ze in de grote vasten en advent, door zich volkomen van eten en drinken te onthouden, zonder dat haar lichamelijke krachten echter verminderden. De H. Eucharistie diende haar op bovennatuurlijke wijze tot voedsel.

Tot haar dood volgden nu buitengewone, mystieke verschijnselen. Vele leerlingen stroomden haar toe, onder wie Hector Vernazza en diens dochter Battista en haar zielzorger, de priester Cattaneo Marabotto, die het door haar gesprokene optekenden. Zelfs Giuliano kon zich met aan haar invloed onttrekken; in 1476 kwamen zij overeen om voortaan in onthouding te leven. Samen gingen zij zieken verplegen en op het einde van zijn leven was Giuliano lid van de Derde Orde van Sint Franciscus.

Hij stierf in 1497 bijgestaan door Catharina. Negen jaar vóór haar eigen dood overviel haar een zeer smartelijke en mysterieuze ziekte, die haar onzegbaar kwelde. In Sept. 1510 sloot ze haar wonderbaarlijk leven af. In 1675 werd ze door paus Clemens X zalig-, in 1737 door Clemens XII heilig verklaard.

Haar voornaamste werken, door leerlingen geredigeerd, zijn: Verhandeling over het vagevuur en De geestelijke Samenspraak.

A. C. OOMES

Lit.: F. von Hügel, The mystical element of Religion as studied in St Catherine of Genoa and her friends, 2 dln (London 1908); E. Erensen Dom. R. Schutte O.S.B., H.

Cath. van Genua (Hilversum 1916).

Catharina Labouré

(1806-1876) werd geboren in de buurt van Dijon (Frankrijk) uit arme ouders. Van de 17 kinderen uit dit huwelijk was zij het negende. Zij bezocht geen school en kon slechts gebrekkig lezen en schrijven. In 1830 trad zij in het klooster van de Zusters van de H.

Vincentius te Parijs. Tijdens haar noviciaat had ze meerdere verschijningen van de H. Maagd. Op 27 Nov. 1830 beval de H.

Maagd haar een medaille te laten vervaardigen met aan de éne zijde een beeltenis van O.L. Vrouw op de wereldbol en aan de andere een kruis en de Heilige Harten van Jezus en Maria, de zgn. „Wonderbare Medaille”. Na haar professie in 1831 tot aan haar dood op 31 Dec. 1876 was ze werkzaam in het hospitaal van Enghien te Parijs, waar zij in de grootste verborgenheid ouden van dagen verpleegde. Haar deemoed, haar trouw aan de kloosterregel en zelfopoffering maakten haar tot een ware ,,Fille de la Charité”.

Haar graf bevindt zich bij de Zusters van St Vincentius in de Rue du Bac te Parijs. 28 Mei 1933 werd ze zalig- en 27 Juli 1947 heilig verklaard.

Lit.: Albert de Swaef, Catherine Labouré (Gent 1946); H. Steubesand, Die Wundertätige Medaille (21933); Acta Apostolicae Sedis XXV (1933)1 367-’71 (Bulle van Zaligverklaring).

Catharina Ricci

(23 Apr. 1522 - 1 Febr. 1590), afkomstig uit het adellijk geslacht der Ricci te Florence, trad zeer jong in het Dominicanessenklooster te Prato bij Florence en werd spoedig beroemd om haar wonderbaar leven. Zij behoort tot de gestigmatiseerden en moet reeds tijdens haar leven talrijke mirakelen hebben verricht. Zij onderhield briefwisseling met de H. Philippus Neri en gaf raad aan vele hooggeplaatste personen van haar tijd.

Voor de grote boeteprediker Savonarola had zij een oprechte bewondering. Zij werd in 1746 door paus Benedictus XIV heiligverklaard. Haar feestdag is 13 Febr.

Catharina van Siena

(Benincasa) (Siena 29 Mrt 1347 - Rome 29 Apr. 1380) was kind uit een kroostrijke verversfamilie. Sinds haar kinderjaren zeer vroom, sprak Catharina rond 1367 de gelofte van zuiverheid uit en verwierf intussen ook in de kringen der Vromen een steeds duidelijker gezag. Zo komt het dat ze, bij het bezoek van Alfonso di Vadaterra, biechtvader van de kort te voren overleden Birgitta van Zweden, de opdracht om de paus van Avignon naar Rome terug te brengen, als het ware uit de handen van Birgitta overnam en overigens tot een goed eind bracht.

Haar invloed bleef hier ook niet bij. Aan koningen en prinsen schreef ze om hen bij hun oorlogen met elkaar te verzoenen, om hen voor de obediëntie van Urbanus VI te winnen, om hen voor de kruistocht tegen de Islam warm te maken. Op het geestelijke plan was haar invloed echter steeds reëler dan op het politieke plan en, wanneer het Dominicaanse kloosterleven na haar dood tot grote vurigheid kwam, dan was het vooral dank zij de geestdrift welke zij in Toscanen had weten te verwekken. Onder de 7 nonnen van het Dominicanessenklooster te Pisa, vanwaar de observantiebeweging ten slotte is uitgegaan, waren er immers 2 met wie Catharina vroeger had gecorrespondeerd en die ze voor meer vurigheid had weten te winnen, nl.

Clara Gambacorta en Maria Mancini. Ook is het bij hun bezoeken aan dit klooster, dat Joannes Dominici, Raymundus van Capua en Ajutamicristo tot de overtuiging kwamen dat de hervorming niet bij vrome wensen hoefde te blijven.

Intussen heeft het zware Epistolarium van Catharina, zomaar 389 brieven, zoals ook haar Libro della divina dottrina, meer bekend onder de naam Dialogo en haar Preghiere of 23 gebeden, niet alleen voor de meer algemene Kerkgeschiedenis en voor de geschiedenis van de Vroomheid der 14de eeuw betekenis, maar deze behoren ook in literair opzicht mede tot het beste, dat het Italiaanse proza in de middeleeuwen heeft tot stand gebracht, en verschillende onder Catharina’s brieven zullen, vanwege hun felle bewogenheid, nog steeds de lezer aangrijpen. Zo behoort Catharina dan ook met Dante, Boccaccio en Petrarca tot de „testi di lingua”, tot de auteurs die nog steeds worden ter hand genomen door degenen die zich met de geest van de Italiaanse taal willen vertrouwd maken. Catharina werd reeds in 1461 door Pius II heilig verklaard en werd nog in 1866 tot tweede patrones van Rome uitgeroepen.

PROF. DR S. AXTERS, O.P.

Bibl.: S. C. d. S., Libro della divina dottrina volgarmente detto Dialogo della divina Prowidenza, a cura di M, Fiorilli (Scrittori d'Italia, Bari 1912; de herdruk van 1928 is minder te vertrouwen); Le Lettere di S. C. d.

S. . . . con note di N. Tommaseo a cura di P. Misciatelli (Siena 1922, 6 dln); critische uitgave: Epistolario di S. C. d.

S. a cura di E. Dupré-Theseider (Fonti per la storia d’Italia, 82) (Roma 1940; tot nog toe 1 deel); S. C. d. S., Preghiere ed Elevazioni, a cura del P.

I. Taurisano, O. P. (Roma 1920). Nederlandse vert.: C. v.

S.’s Boek van de goddelijke Leer naar de tekst van M. Fiorilli, vertaald, ingeleid en toegelicht door St. Axters, O. P. (Antwerpen 1935, 2 dln).

Lit.: Legenda Maior, auctore Raimundo a Capua, in AA. SS. Aprilis3, t. V, p. 862-967; J.

Jörgensen, De heilige C v. S. (vert. d. D. Logeman-Van der Willigen, Bussum-Leiden 1917); R.

Fawtier, S. C. de S., Essai de critique des sources (Paris 1921-1930, 2 dln).

Catharina van Zweden

(1331 -24 Mrt 1381), een dochter van de H. Birgitta (Brigitta), bleef ook in het huwelijk de maagdelijke staat verkiezen en volgde haar moeder naar Rome en op haar verdere pelgrimstochten. In 1373 bracht zij haar heilig gebeente naar Zweden en stierf als overste van het Birgittenklooster te Vadstena. Zij is nooit heilig verklaard, doch paus Sixtus IV stond in 1474 haar cultus toe.

Haar feestdag is 22 Mrt.