Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

VENLO

betekenis & definitie

Ned. Limburgse gemeente, groot 4464 ha, met (1953) 47 750 inw., v. w. (1947) 96 pct R.K., 3 pct Prot. en 1 pct andersdenkenden, is gelegen aan de rivier de Maas en de Duitse grens, alsmede aan de spoorlijnen Maastricht Nijmegen - Eindhoven - M.

Gladbach. De bodem bestaat voor het grootste deel uit zand, grind, veen en klei. De stad, waaraan 1 Nov. 1940 Blerick, een gedeelte van de gemeente Maasbree, werd toegevoegd, vormt een cultuur- en handelscentrum in Noord-Limburg. Voor de internationale handel met Duitsland en België is zij zeer gunstig gelegen.STADSBEELD

Het oudste gedeelte (Oude Markt, Jodenstraat, Maasschriksel) is zeer waarschijnlijk ontstaan nabij een andere prae-historische kern. Het beeld van de stadskern — meer speciaal de straten — vertoont nog steeds het karakter der Middeleeuwen; hieraan is practisch niets veranderd. Eerst na haar opheffing als vestingstad (1867) kon aan de uitbreiding der stad buiten haar muren worden gedacht. Ten gevolge van haar ligging aan de Maas, breidde de stad zich zowel naar het Noorden, Oosten en Zuiden uit; de uitbreiding naar het Westen voltrekt zich thans aan de overzijde van de Maas te Blerick.

De verwoestingen in Wereldoorlog II waren zeer groot. Van de 7572 gebouwen waren er ruim 5900 totaal verwoest, zwaar of licht beschadigd. Thans (1953) is alles weer voor het merendeel hersteld. Een nieuwe verkeersbrug over de Maas, alsmede de bouw van een spoorviaduct, beide ter ontlasting van het verkeer, is in aanleg.

Het meest bekende bouwwerk van de stad is de St Martinuskerk; dit Gothische bouwwerk (1410-1430) werd in Wereldoorlog II door brand verwoest, doch is thans (1953) hersteld (kunstschatten: koorgestoelte 15de eeuw, preekstoel, hoogaltaar, doopvont, paramenten, schilderijen, glas-in-loodramen van Ch. Eyck).

Van wereldlijke bouwkunst bezit Venlo enige belangrijke historische monumenten, o.a.: Romerhuis (plm. 1500), stadhuis (1597) in Gelderse Renaissance met rijk interieur (goud-lederen behang, schilderijen, oud archief en oude bibliotheek), R.K. Burgerlijke Godshuizen (17de eeuw), voormalige Minderbroederskerk 11617), huis van Oeijen-Boener (1588).

NIJVERHEID

Venlo is de winkelstad voor Noord-Limburg. Het aantal middenstandszaken is zeer groot en men vindt er nijverheid op allerlei gebied. De industrie omvat o.m. de fabricage van overtrokken draad, metaaldraad voor gloeilampen, gloeilampen, lichtdruk-papier, boterkleursel, meel, hout, ijzerdraad, stenen, drukwerken, confectie, meubels, parapluies, accumulatoren, religieuze beelden, tricotages, verf- en lakproducten, veevoeder, rijwielen, lederwaren. De Venlose eierveiling is op één na de grootste van Europa. Verder is Venlo speciaal bekend om zijn cultuur onder glas en op de koude grond. De Venlose groente- en fruitveilingen genieten een internationale vermaardheid. In de stad zijn tevens talrijke expeditiebedrijven gevestigd, die behalve het in binnenland de producten naar Berlijn, Frankfort, Hamburg en tot ver in Oost-Europa voeren.

Geschiedenis.

De naam Venlo wordt afgeleid van Veen (laagte) en Loo (hoogte). Opgravingen hebben aangetoond, dat er reeds in het begin van onze jaartelling een belangrijke Romeinse nederzetting moet geweest zijn.

In de loop des tijds — vooral in de 13de en 14de eeuw — geraakte de stad in hoge bloei. Doordat de Boven-Maas een groter verval en stroomsnelheid had, konden de schippers de rivier niet verder dan tot Venlo opvaren. Er ontstond een natuurlijke stapelhandel (13de eeuw). In 1481 trad Venlo tot het Hanzeatisch verbond toe. De grootste uitbreiding kwam tot stand na verheffing van het dorp tot stad door hertog Reinoud II van Gelder in 1343 toen de plaats met muren en grachten werd omringd, en bij welke privilegebrief o.m. tevens werd vergund, dat geen stapel of verkoop van waren tussen Mook en Venlo dan alleen te Venlo zou geschieden. Ten gevolge van de herhaalde oorlogen en belegeringen, w.o. die door Karel van Bourgondië (1473)1 door Margaretha van Oostenrijk (1511), Karel V (1543, waarbij het in de historie bekende verdrag van Venlo werd gesloten, hetgeen voor de Nederlanden de inlijving bij het Bourgondische geheel betekende), Prins Maurits (1593), Frederik Hendrik (1632), Kard.

Infant Ferdinand 1,1637), Prins Walrad van Nassau-Saarbrück (1702), verloor de stad haar bloei en was zij nog maar alleen van militaire betekenis. Van 1794 tot 1815 was zij Frans, behoorde tot 1830 tot Groot-Nederland en van 1830-1839 tot België; daarna weer voorgoed bij Nederland.

WERELDOORLOG II

Venlo stond in 1939 in het middelpunt der internationale belangstelling door het grensincident, dat aldaar plaats vond en dat door de Engelsen wordt aangeduid als „the Steven-Best case”. Captain S. Payne-Best, een in Nederland gevestigde Engelsman, onderhield betrekkingen met de Intelligence Service. Hij wist majoor R. H. Stevens, eveneens van de Intelligence Service, te interesseren voor besprekingen met Duitsers, nadat Wereldoorlog II reeds was uitgebroken.

Het doel der besprekingen was, indien mogelijk, de Duitse oorlogsvoering te belemmeren en een vrede te forceren. Op 9 Nov. 1939 zou een bespreking plaats vinden aan de Ned. grens bij Venlo. Toen Payne Best en Stevens in gezelschap van de lt D. Klop van G.S. III, die de besprekingen als Ned. waarnemer bijwoonde, bij de grens aankwamen, bleek de Gestapo er in hinderlaag te liggen. Na een schietpartij, die lt.

Klop het leven kostte, werden de beide Engelsen over de grens gesleept. De verdere duur van de oorlog brachten zij in Duitse gevangenschap door. De Nederlandse regering protesteerde tegen deze schending van haar grondgebied. De Duitse regering antwoordde niet op dit protest, totdat zij bij de inval van de Duitse troepen in Nederland het incident ten nutte maakte als bewijs van de „onneutrale houding der Nederlandse Regering” in het nieuw uitgebroken wereldconflict.

Op het laatst van Wereldoorlog II werd Venlo op 9 Sept. 1944 met de rest van Limburg ten O. van de Maas gelegen administratief bij Düsseldorf (Gau Düsseldorf) ingelijfd. Van 3 Dec. 1944 tot 1 Mrt 1945 was het frontstad en op 14 Jan. 1945 begon de evacuatie van het grootste deel der bevolking (ca 20 000 personen). De stad onderging 13 bombardementen door de Geallieerden. Gedood werden 475 personen. 3 Dec. 1944 werd het westelijk deel der stad (Blerick) bevrijd. Op 1 Mrt 1945 volgde de bevrijding van het overige gedeelte.

Lit.: L. J. Ed. Keuller, Gesch. en beschrijving v. V. (Venloo 1843); H. H.

Uyttenbroeck, Bijdr. tot de gesch. v. V., 4 dln (Venlo 1908-’14).