is een uit de wortel van Cichorium Intybus, familie Composieten, bereid surrogaat voor koffie. De cichoreiplant is in het wildgroeiend overblijvend, reeds het eerste jaar een 40-140 cm hoge stengel met fraaie, blauwe bloemen vormend.
Door de cultuur wordt het uitschieten van de bloeistengel in het eerste jaar verhinderd en de penwortel vlezig en dik. Voor de bereiding wordt de wortel in de cichoreidrogerijen gewassen, gesneden en gedroogd. In de branderijen worden de gedroogde wortelen geroosterd, gemalen en aan een fermentatieproces onderworpen. Bij het roosteren wordt dikwijls wat plantenvet in de vorm van sesam- of aardnotenolie aan de cichorei toegevoegd, waardoor het product langer droog blijft en een meer donkerbruine kleur, een amandelachtige reuk en aangenamere smaak verkrijgt.Het gebruik van de cichoreibladeren als groente was reeds bij de Grieken en Romeinen bekend. De verwerking van de wortel tot surrogaat voor koffie is uitgevonden en het eerst uitgevoerd in 1775 door de Franse artsen Harpong en Brunau te Sessinez en nam een hoge vlucht ten tijde van het continentaalstelsel onder Napoleon. De cichoreiverbouw heeft in NEDERLAND zeer weinig betekenis meer; feitelijk kan men alleen in de provincie Friesland deze cultuur nog aantreffen. In BELGIË wordt cichorei verbouwd in het Z. van West- en Oost-Vlaanderen en het aangrenzende gedeelte van Henegouwen.