Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 24-01-2022

Napoleon

betekenis & definitie

keizer der Fransen (1804-1814, 1815) (.j Napoleon I).

Napoleon Frans Karel Jozef,

koning van Rome, hertog van Reichstadt, bijgenaamd l’Aiglon, het adelaarsjong (Parijs 20 Mrt 1811 - Wenen 22 Juli 1832), enige echtelijke zoon van Napoleon I, ontving bij zijn geboorte, volgens Senaatsbesluit van 17 Febr. 1810, de titel van „koning van Rome”. Na de eerste Vrede van Parijs (1814) begaven Marie Louise en haar zoon zich dadelijk naar Wenen. De eerste werd hertogin van Parma, nam haar minnaar, generaal Neipperg, als haar „Oberhofmeister” met zich mede — later huwde zij hem — en bekommerde zich weinig meer om het kind. De 8ste Febr. 1814 had de keizer aan zijn broer Jozef geschreven: „Ik zou liever willen, dat men mijn zoon doodde, dan dat men hem in Wenen opvoedt als een Oostenrijkse prins. Ik heb nooit de Andromache zien opvoeren, of ik beklaagde het lot van Astyanax, die zijn huis overleefde”. En in zijn testament komen de beroemde woorden voor: „Ik bezweer mijn zoon, nooit te vergeten, dat hij als Frans prins geboren is en zich er niet toe te lenen, een werktuig te wezen in de handen der triumviren, die de volkeren van Europa onderdrukken”.

Deze wens is niet in vervulling gegaan. Aanvankelijk had men het kind nog de titel hertog van Parma, Piacenza en Guastalla gegund. Na de,honderd dagen” echter, toen de Franse Kamers bij decreet van 23 Juni 1815 „Napoleon II” tot keizer der Fransen geproclameerd hadden, besloten de grote mogendheden, dat hij nooit regerend vorst over de genoemde Italiaanse hertogdommen zou worden. In verband daarmee verleende zijn grootvader, keizer Frans II, hem in 1818 de titel hertog van Reichstadt. Langzamerhand werd de een na de ander van het gezelschap Fransen, dat met hem meegekomen was, uit zijn omgeving verwijderd. Zo groeide het prinsje als een Habsburger op, die wel een ware verering voor zijn vader koesterde, maar voor wie het recht der Bourbons toch ook geloofsartikel werd.

In 1830 schijnt hij hoop gehad te hebben keizer te worden, zij het met toestemming van de Oostenrijkse minister von Metternich. Deze heeft door zijn aanwezigheid Lodewijk Philips in bedwang gehouden en gedreigd, „het adelaarsjong” te zullen laten vliegen, wanneer de „burgerkoning” er niet voor zorgde, dat de Juli-revolutie tot Frankrijk beperkt bleef. De hertog van Reichstadt is aan de tering overleden. Edmond Rostand heeft hem tot hoofdpersoon gemaakt van zijn bekende drama l’Aiglon (1900), waarin Sarah Bernhardt de titelrol vervulde. Adolf Hitler heeft het lijk van de hertog van Reichstadt naar Parijs teruggezonden.

Lit.: J. de Bourgoin, Le fils de Napoléon, Roi de Rome (1934).

Napoleon Jozef Karel Paul,

of naar zijn vader, Jéröme Napoleon, prins, derde zoon van Jéröme Bonaparte, bijgenaamd „prins PlonPlon” (Triëst 9 Sept. 1822 - Rome 17 Mrt 1891), was eerst Wurtembergs officier, keerde na de Februari-revolutie met zijn vader naar Frankrijk terug, werd in 1848 lid van de Nationale Vergadering en ondersteunde het streven van zijn neef Lodewijk Napoleon naar de autocratie. Toch vertegenwoordigde hij meer de democratische strekking in de politiek van de familie. Hij was bijv. heftig anti-clericaal. Na o.a. gezant te Madrid geweest te zijn, nam hij als bevelhebber van een legercorps deel aan de Italiaanse oorlog van 1859. Sedert 30 Jan. van datzelfde jaar was hij gehuwd met prinses Marie Glotilde van Savoye, een dochter van koning Victor Emmanuel II. Ofschoon hij ook in de volgende jaren herhaaldelijk diplomatieke missies vervulde, verwijderden zijn vrijzinnige opvattingen hem meer en meer van Napoleon III en van het hof.

In 1876 koos hij in beginsel de zijde van de republiek, waarop hij zich als lid van de Kamer van Afgevaardigden lirt kiezen. Hij sloot er zich bij de linkerzijde aan. Het was in de tijd, dat er veel kans bestond op de wederinvoering van het koningschap. In 1879 verdween dat gevaar. Bovendien werd hij in dat jaar door de dood van „Napoleon IV” hoofd van zijn geslacht. Vandaar dat hij in 1883 het tijdstip gekomen achtte om zich met een manifest tot het publiek te richten, waarin hij de republiek verweet het beginsel der volkssouvereiniteit te hebben prijsgegeven en de wederinvoering van het plebisciet eiste.

Er was toen dadelijk sprake van een wet, die de verbanning beval van alle leden van families, die vroeger in Frankrijk geregeerd hadden. In 1886 werd die wet aangenomen en hij moest in ballingschap. Hij was toen ook gebrouilleerd geraakt (sinds 1884) met zijn oudste zoon, prins Napoleon Victor, die de democratiserende opvattingen van zijn vader afkeurde. Tegen Taine schreef hij Napoléon et ses détracteurs (1887). In 1888 onderhield hij betrekkingen met Boulanger.

Napoleon Victor

(Parijs 18 Juli 1862 - Brussel 1926), oudste zoon van Napoleon Jozef, geraakte in Mei 1884 in brouille met zijn vader over diens democratische en anti-clericale opvattingen. Reeds toen werd hij door de meer conservatieve vleugel van de Bonapartistische partij, o.a. door de keizerin-weduwe Ëugénie, beschouwd als de eigenlijke pretendent naar de kroon. Officieel werd hij dat na de dood van zijn vader. Tijdens de Boulangistische crisis verklaarde hij zich in een manifest voor de revisionisten en eiste de wederinvoering van het plebisciet (1889). In 1910 huwde hij met prinses Clementine van België, uit welke verbintenis de tegenwoordige Bonapartistische pretendent, prins Napoleon Lodewijk Bonaparte gesproten is (Brussel 1914).

Pauline,

eigenlijk Maria Pauline, prinses (Ajaccio 20 Oct. 1780 - Florence 9 Juni 1825), tweede zuster van Napoleon I, was van 1801- 1802 gehuwd met generaal Leclerc. Zij maakte met hem de expeditie naar San Domingo mee. Deze werd echter een ontzettende mislukking. Zij bedroog haar man met generaal Humbert. Leclerc beschuldigde Humbert van lafhartigheid en vroeg diens terugroeping. Kort daarop, 2 Nov. 1802, stierf Leclerc.

In het volgende jaar, op 6 Nov. 1803, hertrouwde zij met een edelman uit een oud Italiaans geslacht, prins Camillo Borghese. In 1806 werd zij hertogin van Parma en Guastalla, in 1808 gouvernante-generaal van Piemont. Zij vergezelde in 1814 Napoleon naar Elba en leefde sedert 1815 gescheiden van haar man. Zij was in haar tijd een beroemde schoonheid. Canova vereeuwigde haar lichaam in zijn Liggende Venus (Rome, Galerij Borghese, 1807).

Pierre Napoleon,

prins (Rome 11 Oct. 1815 Versailles 7 Apr. 1881), vierde zoon van Lucien Bonaparte, had de rusteloze natuur van zijn vader geërfd. In 1831 nam hij deel aan een opstand in de Romagna en kreeg daarvoor gevangenisstraf. Na in Amerika als officier gediend te hebben in het leger van de nieuwbakken republiek NieuwGranada, werd hij in 1836 te Rome wegens een politiek misdrijf ter dood veroordeeld, doch begenadigd. Nu zwierf hij jarenlang rond in Amerika, de Jonische eilanden, Italië, Luxemburg en Zwitserland. De Februari-revolutie riep ook hem weer naar Frankrijk, waar hij, evenals zijn neef Jéröme Napoleon, tot lid van de Nationale Vergadering voor Corsica gekozen werd en zitting nam bij de Montagne. Tijdens het Keizerrijk werd hij echter wat op een afstand gehouden, wat o.a. kwam, doordat hij in 1867 met zijn maitresse Justine Eleonore Ruffin, de dochter van een arbeider, in het huwelijk was getreden.

Vlak voor de val van het Tweede Keizerrijk werd zijn naam verbonden aan een geruchtmakend schandaal. Op 10 Jan. 1870 ontving hij te Neuilly, waar hij teruggetrokken woonde, bezoek van twee journalisten, medewerkers aan de republikeinse Marseillaise van Rochefort. Hij had nl. in een Corsicaans blad een vinnige en persoonlijke polemiek gevoerd tegen Paschal Grousset, een andere medewerker van Rochefort, die echter in dat blad onder een schuilnaam geschreven had. Grousset daagde nu Pierre tot een duel uit. Maar deze, die de raam Grousset niet kende, zeide, dat hij wel met Rochefort maar niet met diens handlangers vechten wilde. Dit zeggende nam hij een dreigende houding tegenover de twee secondanten aan.

Een van deze beiden, Victor Noir, werd zenuwachtig en gaf Pierre een slag, waarop deze Noir neerschoot. De begrafenis van Noir, alsmede het bekend worden van het vrijsprekend vonnis (27 Mrt 1870) van het hooggerechtshof te Tours, gaven aanleiding tot kolossale republikeinse demonstraties. Hij stierf bijna geheel vergeten in kommervolle omstandigheden.

Roland Napoleon,

prins (Neuilly 19 Mei 1858 Parijs 14 Apr. 1924), zoon van Pierre Napoleon, was enige tijd Frans officier, totdat de wet van 1886 hem uit het leger verwijderde,

DR J. S. BARTSTRA

Bibl.: aardrijkskundige werken: Les habitants de Surinam (Paris 1884); Les premiers voyages des Néerlandais dans 1’Insulinde (Versailles 1884); Les demiers voyages des Néerlandais k la Nouvelle Guinée (2 dln, Versailles 1885); Notes on the Lapps of Finmark (Paris 1886).

William

(Bonaparte-Wyse) (Waterford, Ierland, 1826 - Cannes 1892), kleinzoon van Lucien Bonaparte, was een geestdriftig aanhanger van de Provençaalse „Felibrige”, en dichtte — als 1er — in de taal van Mistral o.a. Li Parpaioun blu (De blauwe vlinders), 1868; Li piado de la princesso (1882), L’empèri dóu souléu (Het rijk van de zon).

Lit.: Stéfani en Beretta, Le antichîtà dei B.(I857) ; Leynadier, Histoire de la famille B. (1866). Over Laetitia: H. Larrey, Madame Mère (2 vol. 1892) ; L. Peretti, La mère de l’empereur: Letitia B. (1932) ; Jung, Lucien B. et ses Mémoires (3 dln, 18821883). Over Napoleon Frans Karel Jozef (Napoleon II); Henri Welschinger, Le Roi de Rome; Frédéric Masson, Napoléon et son fils; Octave Aubry, Le roi de Rome (1932); Zévaès, L’Afiaire Pierre Bonaparte (1929); L. de Brotonne, Les B. et leurs alliances (1893); Fréd. Masson, Napoléon et sa famille (13 vol., 1897-1914); J.

Turquan, Les sœurs de Napoléon (2 vol., 1896); A. du Casse, Les rois frères de Napoléon (1883); P. Marmothan, Elisa B. (1898) ; E. Rodocanachi, Elisa B. en Italie (igoo); H. Fleischmann, Pauline B. et ses amants (1910); G. Kircheisen, Napoleon und die Seinen (2 Bde, I9i4~’22); F. VVencker-Wildberg, Das Haus Napoleon (1939).