noemt men de betogende en min of meer langdradige stijl, die kenmerkend is voor de historische romans van Van Lennep en zijn tijdgenoten. De auteur richt zich tot de lezer, verzoekt hem zich met zijn verbeelding te verplaatsen in een bepaalde tijd, een bepaald huis, een bepaalde situatie, enz. en licht hem uitvoerig in over allerlei historische wetenswaardigheden.
De verhouding tussen beiden is als die tussen een gids en een toerist; vandaar de naam.