Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bougie (plaats)

betekenis & definitie

in het Arabisch Boedsjaja, is een havenplaats in het arrondissement Sétif der provincie Constantine in Algerië. Zij ligt aan de westzijde der Golf van Bougie (tussen Kaap Carbon en Kaap Cavallo).

De stad is amphitheatersgewijs gebouwd en schilderachtig gelegen aan de zuidelijke voet van de bosrijke, 660 m hoge Dzjebel-Gouraja. Daar bevindt zich ook nog de Koeba van een heilige vrouw Lella Gouraja, een vroeger zeer beroemde bedevaartplaats. Bougie behoort tot de regenrijkste punten van N.W.-Afrika (gemiddeld 1035 mm jaarlijks). Zij is de natuurlijke hoofdstad en de stapelplaats van Oost-Kabylië en ligt op een vruchtbare bodem; zij telt 30.659 inw. Bougie heeft uitvoer van graan, olijfolie, kurk, wijn en erts.Men heeft er vele bouwvallen uit vroegere tijd. Weleer lag er Saldae aan de westelijke grenzen der Romeinse provincie Numidia. Onder Augustus werd zij verheven tot een kolonie en was later de zetel van een bisschop. Genserik, koning der Wandalen, verhief haar tot hoofdstad en omringde haar met een muur. In de 11de eeuw was zij de hoofdstad van het koninkrijk der Bani-Hammad (de Berberse Bedsjaja’s) en zij bloeide (kreeg toen zelfs de naam Mekka essagerich, d.i. Klein-Mekka), totdat laatstgenoemden door de Almohaden werden verdreven in 1152 en zij met het koninkrijk Marokko en in 1240 met het koninkrijk Tunis verenigd werd.

De inwoners van Pisa, Venetië en Genua dreven er een levendige handel. In de 15de eeuw was Bougie een schuilhoek van zeerovers en in 1510 viel zij de Spanjaarden in handen. Zij werd in 1512 en 1514 door Chaireddin Barbarossa bestormd, en in 1555 gaf zij zich onder graaf Alfonsus de Peralta over aan de pasja van Algiers. Onder de heerschappij der Turken verdween haar voormalige grootheid geheel en al, en toen de Fransen haar in 1833 in bezit namen, was zij niets meer dan een armzalig dorp.

< >