betekent letterlijk kaars (Frans) doch is tevens de naam van een heelkundig instrument, dat gebruikt wordt om een nauw kanaal te verwijden (dilateren) door het inbrengen van de ene bougie na de andere in steeds toenemende dikte. In tegenstelling tot catheters zijn bougies niet doorboord.
Wordt gebruikt bij de behandeling van vernauwingen in urethra (strictuur), oesophagus (stenose), endeldarm of traankanaal. De maat wordt aangegeven volgens de filière van Charrière. De doorsnede neemt bij ieder volgend nummer toe met ⅓ millimeter, van ⅓ - 10 mm. De vaste bougies of sondes zijn van vernikkeld staal, de halfvaste van gesponnen zijde of nylon, verstevigd met lak. De halfvaste zijn recht en hebben aan het einde soms een knop; de dunste heten filiforme bougies. De stalen sondes zijn aan het einde gebogen; één bocht is sonde van Roser, twee bochten is sonde van Béniqué.