(1, Lat. caput, hoofd, kop, top) noemt men een vooruitspringend gedeelte der kust, hetzij vlak (wanneer men ook wel spreekt van hoek), hetzij steil en bergachtig.
(2) is een stelling met scherm van bijzondere vorm (driehoekig, vierkant of ruitvormig) om als kenbaar punt voor de scheepvaart te dienen. Kapen staan vnl. op kusten, die geen andere kenmerken hebben, bijv. op de lage, weinig zichtbare uiteinden der Waddeneilanden en op zandbanken langs de vaarwaters. Een kaap is een speciale vorm van bebakening (z betonning en bebakening).