Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Borassus

betekenis & definitie

L. is de naam van een geslacht uit de familie der Palmen. Het bezit waaiervormige bladschijven en grote, bruine steenvruchten. De Palmyra-palm (B. flabellifer L.) groeit van de kust der Perzische Golf tot aan Timor.

Uit de oksels der onderste bladeren komt de bloeikolf te voorschijn; gewoonlijk telt men er 2 of 3 aan elke boom, en elke kolf draagt een 20-tal vruchten, die op kokosnoten gelijken, maar iets kleiner en ronder zijn. De buitenste schil omvat een sponsachtig en, in rijpe toestand, sappig vlees, dat niet onaangenaam smaakt, en daarm vindt men 2 of 3 langwerpig ronde steenkernen met een blauwe, geleiachtige eetbare kern. De onrijpe kern bevat een melkachtig sap, dat zoet is van smaak. De boom is van groot belang voor de bewoners van Oost-Indië, vooral omdat hij juist dáár groeit, waar de kokospalm ontbreekt. De vrouwelijke bloemkolven leveren palmwijn, toddy genaamd. Om die te verkrijgen, snijdt men de bloemen achtereenvolgens weg en vangt het sap, hetwelk daaruit sijpelt, in vaten op; wordt dit sap uitgedampt, dan blijft de bruine jaggerysuiker, die in Oost-Indië veel gebruikt wordt, over.

Op Ceylon en op de kust van Coromandel vervaardigt men van dat sap de Ceylon- of Goa-arak. De rijpe vruchten worden rauw of geroosterd op tafel gebracht, of men maakt er koeken van, die gerookt en vervolgens bewaard worden. De kiemen der zaden verschaffen een heerlijke groente. Het hout is uitnemend geschikt voor de draaibank, en de bladeren dienen tot bedekking van huizen; ook maakt men van de vezels er uit (piassave) matten, zakken, manden, waaiers, hoeden, schermen enz. Jonge, min of meer witte bladeren doen o.a. op Bali dienst als papier; men kan er met een puntig voorwerp zeer goed op schrijven.Een Afrikaanse vorm, de delebpalm (B. aethiopicum Mart.) wordt 20-50 m hoog en draagt 10-15 vruchtbundels, ieder met 8-10 vruchten, die elk 3-5 kg wegen. Het ananasachtige vlees hiervan wordt gebakken en smaakt zeer goed. De witte wortels van zaailingen, die een paar weken oud zijn, worden rauw gegeten. Deze palmboom wordt gevonden in de steppen van tropisch Afrika. Voor de bewoners des lands is hij van groot belang.

Enkele verdere soorten van het geslacht Borassus vindt men op Madagascar en Nieuw-Guinea.

PROF. DR TH. J. STOMPS

< >