(ontleed- en geneeskunde) noemt men alle kanalen in het dierlijk of menselijk lichaam, die dienst doen voor het vervoer van bloed en lymphe (z bloedsomloop, bloedvatenstelsel, lymphe, lymphvatenstelsel).
Het bloed circuleert in de bloedvaten. De afsluiting van een klein bloedvat heeft voor de circulatie geen merkbare gevolgen, doordat de kleine vaten onderling tal van verbindingen hebben (anastomosen), zodat de circulatie kan doorgaan.
De gevolgen van een kortdurende afsluiting van een grote slagader van een der ledematen zijn ieder wel uit ervaring bekend. Bij het liggen of zitten in bepaalde houdingen wordt de toevoerende slagader van een arm of been soms dichtgedrukt. Duurt dit enige tijd, dan krijgt men een zwaar en doof gevoel, dat aan het uiteinde van de extremiteit begint en geleidelijk omhoog kruipt. Het tastgevoel en het diepe gevoel zijn dan opgeheven, terwijl pijn-, warmte- en koudeprikkels aanvankelijk nog worden gevoeld, echter niet meer als de afsluiting langer dan % uur heeft geduurd; bij zo’n langdurige afsluiting raken ook de spieren verlamd. Verandert men van houding, zodat het vat niet meer wordt gedrukt, dan herstelt zich de bloedsomloop onmiddellijk. De verschijnselen verdwijnen echter langzaam, in omgekeerde volgorde als waarin zij ontstonden. Dit herstel gaat gepaard met een onaangenaam tintelen en prikkelen. Men spreekt bij de genoemde stoornis van slapende ledematen.
De blijvende afsluiting van grotere bloedvaten heeft menigmaal langdurige en soms blijvende gevolgen. Afsluiting van grote aderen (meestal door een thrombus) veroorzaakt stuwing van het bloed en oedeem (z thrombose). Afsluiting van een grote of middelgrote slagader (door thrombose of embolie) leidt tot ernstige voedingsstoornissen of zelfs afsterving van het door dit vat verzorgde weefsel (z gangraen, infarct, necrose). Maar ook in deze gevallen wordt de circulatiestoornis door de ontwikkeling van een collaterale circulatie vaak min of meer beperkt of zelfs opgeheven.
Er wordt tegenwoordig vaak gesproken van vaatkrampen indien men te maken heeft met voorbijgaande gevolgen van plaatselijke circulatiestoornissen. Inderdaad komen krampachtige, dikwijls pijnlijke en vrij langdurige vernauwingen (spasmen) van slagaderen voor; soms ontstaat zulk een kramp als de slagader door een embolus wordt verstopt. Als zelfstandig verschijnsel zijn vaatkrampen echter veel zeldzamer dan men gewoonlijk meent. De voorbijgaande gevolgen van plaatselijke circulatiestoornissen berusten veel vaker op organische vaatafwijkingen in combinatie met andere factoren dan op vaatkrampen.
De voornaamste ziekten der bloedvaten zijn elders behandeld (z arteriosclerose, thrombose, aneurysma, spataderen, aambeien, angioneurose, Bürger).