is de naam voor een contractueel bedongen uitlegging of aanvulling van een tussen partijen bestaande overeenkomst door een derde of door een hunner. Meermalen komt nl. in een overeenkomst een clausule voor, volgens welke geschillen, die in verband met deze overeenkomst tussen partijen mochten ontstaan, door een van hen of door een derde zullen worden beslist, of komen partijen nader aldus overeen.
Een zodanige beslissing heet dan een bindend advies.Het geven van een bindend advies is geen rechtspraak en het is dan ook wel te onderscheiden van een vonnis van scheidsmannen (zie arbitrage). In tegenstelling tot een arbitraal vonnis maakt een bindend advies deel uit van de overeenkomst tussen partijen en deze overeenkomst is het die partijen verplicht het bindend advies op te volgen. Dientengevolge is ook de wijze waarop men tegen een bindend advies kan opkomen geheel anders dan bij een arbitraal vonnis. Volgens de Nederlandse rechtspraak kan een bindend advies slechts dan worden bestreden wanneer het uit hoofde van zijn inhoud of van de wijze van totstandkoming zózeer tegen de redelijkheid indruist dat de in het gelijk gestelde partij in strijd met de billijkheid en de goede trouw zou handelen door haar tegenpartij er aan te willen houden.
De vraag is gerezen of partijen dit toetsingsrecht van de rechten aan de goede trouw vermogen uit te sluiten, dus of zij kunnen overeenkomen dat de uitspraak onvoorwaardelijk en zonder enig voorbehoud voor hen bindend zal zijn. Deze vraag is door de Hoge Raad ontkennend beantwoord.
De redenen, waarom men aan het bindend advies de voorkeur geeft boven een arbitraal vonnis, kunnen verschillend zijn; soms wil men zich losmaken van dwingende bepalingen over scheidsrechterlijke beslissingen, soms wil men kwesties over de wettelijke arbitragebevoegdheid afsnijden (zie E. M. Meijers, W. P. N. R. 2866). Zo voorzien overeenkomsten, waarbij een gemeente is betrokken, wel in bindende adviezen voor het geval van een geschil, omdat het uiterst twijfelachtig is, of de gemeente een compromissoir beding (zie arbitrage) in haar contracten rechtsgeldig kan opnemen; desgelijks doen ook de administratieve bepalingen uit de algemene voorschriften voor de uitvoering en het onderhoud van werken onder beheer van het ministerie van Waterstaat.
PROF. MR H. R. HOETINK
Lit.: L. A. van Ittersum, Het Bindend Advies, Diss. Utrecht (1927); I. van Creveld, Het bindend advies in: Rechtsgel. Opstellen aangeb. aan prof. mr Paul Scholten (1932), blz. 70-93; Van Rossem-Cleveringa, Het Ned. Wetb. v. burgerl. Rechtsvord.
II 3de dr., aant. 3, op art. 621; J. P. A. Clavareau, Eenige hulpovereenkomsten (Leiden 1947).
