Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RECHTSPRAAK

betekenis & definitie

Terwijl de wetgever de algemene rechtsregels vaststelt, wordt door de rechtspraak uitgemaakt, wat recht is in een concreet geval. Tegenwoordig geschiedt de rechtspraak van staatswege; vroeger kwam wel ook aan bezitters van heerlijkheden rechtsmacht toe, maar sinds de Franse Revolutie is daaraan een einde gekomen.

De Nederlandse Grondwet drukt het publiekrechtelijk karakter der rechtspraak uit in deze woorden: „Er wordt alom in het Rijk recht gesproken in naam des Konings” (art. 156). Door zekere bepalingen (art. 162 en 163) heeft de Grondwet willen verzekeren de onafhankelijkheid van de rechtspraak ten opzichte van de regering. Tot hetzelfde doel dienen de bepalingen, dat de leden der rechterlijke macht, met rechtspraak belast, benoemd worden voor hun leven en, behalve op verzoek, slechts door de Hoge Raad kunnen worden afgezet en ontslagen, dat slechts de wet een leeftijdsgrens voor ontslag kan bepalen (art. 173) en de wet hun bezoldiging regelt. De deugdelijkheid en onpartijdigheid der rechtspraak wordt nog bevorderd door de bepalingen, dat alle vonnissen moeten inhouden de gronden, waarop zij rusten; in strafzaken moeten aanwijzen de wettelijke voorschriften, waarop de veroordeling rust; dat de uitspraak met open deuren en dat de terechtzittingen openbaar zijn behoudens uitzonderingen door de wet bepaald en behoudens afwijking in het belang der openbare orde. en zedelijkheid (art. 168).In Nederland wordt de rechtspraak in het algemeen uitgeoefend door rechtsgeleerden, die naast hun rechtersambt geen ander beroep vervullen of mogen vervullen. In het buitenland is de rechtspraak voor een belangrijk deel, speciaal in strafzaken, in handen van leken (jury). Als voordeel van de lekenrechtspraak beschouwt men, dat de leken de volksovertuiging beter kunnen weergeven en zich in de toestand van de beklaagde beter kunnen verplaatsen. Het nadeel is evenwel, dat de leken ondeskundig zijn en zich dikwijls meer door hun gevoel laten leiden dan door rechtsbeginselen of door juist inzicht in het maatschappelijk belang.

In de Wet houdende algemene bepalingen der wetgeving van het koninkrijk van 15 Mei 1829 (Stbl. no 28) worden nog enkele regels gevonden, waaraan de rechter zich bij de toepassing van de wet heeft te houden (z wetsuitlegging).

Ofschoon een rechterlijke beslissing slechts geldt voor een speciaal geval en de rechter daaraan in volgende gevallen rechtens niet gebonden is, zo heeft zich toch ten aanzien van vele betwiste rechtswegen een vaste rechtspraak van de Hoge Raad gevormd, waaraan de lagere colleges zich houden.

De rechtspraak of jurisprudentie van de Hoge Raad alsmede belangrijke beslissingen van lagere colleges worden geregeld gepubliceerd in het blad Nederlandsche Jurisprudentie en andere bladen; verder bestaan er verschillende verzamelingen, repertoria en klappers om over enige rechtsvraag de mening van de rechtspraak te vinden.

< >