Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

AUMALE

betekenis & definitie

was vroeger een Frans graafschap, dat in de 15de eeuw door huwelijk aan de hertogen van Lotharingen kwam, in 1546 tot een hertogdom werd verheven en in 1822 door Lodewijk XVIII aan den vierden zoon van den hertog van Orléans in leen gegeven werd.

Van de hertogen van Aumale zijn de bekendste:

Charles van Lotharingen,

hertog van Aumale (1554 - Brussel 1631), chef van de Rooms-Katholieke Liga, verdedigde in 1589 Parijs tegen Hendrik IV, leverde een groot deel van Picardie aan den hertog van Parma over, werd in 1595 door het Parlement van Parijs ter dood veroordeeld, maar vluchtte naar de Spaanse Nederlanden.

Claude II van Lotharingen,

hertog van Aumale (1526 - 14. Mrt 1573), legeraanvoerder van Hendrik II in zijn strijd tegen Karel V, moordenaar van admiraal de Coligny in de Bartholomeusnacht. Hij sneuvelde bij het beleg van La Rochelle.

Henri-Eugène-Philippe-Louis d’Orléans,

hertog van Aumale, 5de zoon van Louis-Philippe, hertog van Orléans, later koning der Fransen (Parijs 16 Jan. 1822 - Zucco op Sicilië 7 Mei 1897), veroverde op 16 Mei 1843 met 500 ruiters het tentenkamp van Abd’el Kader in Algerië. Op 27 Sept. 1847 werd hij gouverneur-generaal en 23 Oct. 1847 gaf de emir zelf zich over. In de ballingschap — sedert de Februari-revolutie (1848) was hij naar Engeland uitgeweken — wijdde hij zich aan militaire en militair-historische studiën en schreef hij tegen het Tweede Keizerrijk. In 1870 bood hij tevergeefs zijn diensten aan, maar werd 8 Febr. 1871 gekozen als lid van de Nationale Vergadering te Bordeaux. Tevens werd hij 8 Dec. 1871 lid van de Académie Française. President Mac Mahon benoemde hem in 1873 tot voorzitter van de krijgsraad over Bazaine en daarna tot chef over het 7de legercorps.

De verkiezingsoverwinningen der republikeinen maakten echter een eind aan zijn carrière: bij de wet van 25 Febr. 1883 werd hij van zijn ambt ontzet en bij die van 23 Juni 1886 wederom in ballingschap gezonden. Hij begaf zich naar Brussel en publiceerde hier zijn testament van 3 Juni 1884, waarbij hij zijn slot Chantilly met de rijke kunstschatten en bibliotheek aan het Institut de France vermaakte. Deze daad en zijn houding in de Boulanger-crisis, waarin hij zich krachtig had verzet tegen ondersteuning van dien generaal door de Orleanistische partij, bewerkten in Mrt 1889 het verlof, naar Frankrijk terug te keren.

Bibl.: Histoire des Princes de Condé pendant les XVI et XVII siècles, 7 t. (Paris 1869-95) ; Lettre sur l’histoire de France (1861); Les institutions militaires de la France (Bruxelles 1867); Correspondance du duc d’Aumale et de Cuvillier Fleury (Paris 1910).

Lit.: Grandin, Le duc d’A., Ie prince, le soldat, l’historien (Paris 1897); E. Daudet, Le duc d’A. (Paris 1898); E. Picot, Le duc d’A. (Paris 1898); R. Vallery-Radot, Le duc d’A. (Paris 1922).

< >