Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Bartholomeusnacht

betekenis & definitie

of Parijse Bloedbruiloft heet de moordpartij op de Hugenoten in de nacht van 23 op 24 Aug. (St Bartholomeusdag) 1572 te Parijs.

Na de godsdienstvrede van St Germain (1570) was er steeds meer samenwerking gekomen tussen koning Karel IX en den Hugenotenleider admiraal Gaspar de Coligny. Het plan was, om samen met Engeland — 22 Apr. 1572 kwam een defensieve alliantie tot stand met koningin Elisabeth — tegen Spanje op te treden, door de actie, die prins Willem van Oranje tegen Alva in de Zuidelijke Nederlanden op touw ging zetten, te steunen. Het buitenlands verbond zou bezegeld worden door een huwelijk tussen Elisabeth van Engeland en ’s konings jongsten broer, Frans van Alençon en het binnenlands door een echtverbintenis tussen zijn zuster Margaretha met den protestantsen prins van den bloede, Hendrik van Bourbon, koning van Navarre.

Deze gang van zaken wekte echter niet alleen in hoge mate de woede op van de voormaals zo machtige katholieke adelspartij der De Guises, doch vooral ook de bezorgdheid van de heerszuchtige en geslepen koningin-moeder Catharina de Medici. Naarmate de invloed van De Coligny steeg, verminderde de hare. Aan de nieuwe buitenlandse staatkunde, die ook haar goedkeuring had, werkte ze wel mee, niet omdat zij ernstig geloofde in de mogelijkheid van een Engels verbond; daarvoor waren de Franse en Engelse belangen in België te veel met elkaar in strijd. Intussen bewilligde zij in het huwelijk van haar dochter met den Hugenotenkoning en scheen zelfs niet zonder welbehagen te zien, hoe honderden Calvinistische edelen, welgewapend en welgevolgd in Parijs, de fanatiek roomse hoofdstad, samenstroomden, deels om het huwelijk van Hendrik van Navarre met Margaretha van Valois te vieren, deels om van daaruit spoedig de inval in België te wagen.

Merkwaardig is intussen, dat korte tijd vóór de crisis Catharina de Medici haar invloed op de gang van zaken bleek te hebben herwonnen: dank zij haar oppositie en die van den troonopvolger, haar tweeden zoon, den hertog van Anjou, werd in ’s konings raad het voorstel van De Coligny om de oorlog tegen Alva aanstonds te beginnen, verworpen. Dreigend klonk toen het antwoord van den admiraal: hij had Oranje zijn woord gegeven, deze stond thans op het punt de Maas over te steken en men zou het hem niet euvel duiden, wanneer zijn vrienden en hij dan maar alleen hun belofte hielden. Misschien is deze onafhankelijke taal hem noodlottig geworden. Op 22 Aug. werd een aanslag op hem gepleegd, die echter mislukte. De koning was verontwaardigd en gebood een onderzoek. Het huis, waaruit het schot gevallen was, behoorde aan iemand uit de omgeving van Hendrik van Guise, de moordenaar was er geïntroduceerd door den hertog van Aumale*.

De Hugenoten riepen wraak. Toen besloten Catharina, Anjou en De Guise door te tasten. Den dodelijk beangsten monarch plaatsten zij voor het dilemma: óf een nieuwe burgeroorlog, óf zich in één slag van al zijn voornaamste vijanden te ontdoen. De „prévöt des marchands” (burgemeester) van Parijs, die nog in de late avond van de 23ste op het Louvre ontboden werd, gaf de verzekering, dat men direct op 20 000 gewapende burgers kon rekenen. Karei IX gaf ten slotte zijn toestemming met de woorden: „Doodt ze dan ten minste allen, opdat niemand mij de moord zal kunnen verwijten”. Te drie uur in de nacht begon in St Germain-l’Auxerrois, vlak bij het kasteel, de stormklok te luiden.

De moord begon. Hij duurde drie dagen en kostte alleen in Parijs ± 2000 personen, o.w. De Coligny, het leven. Als een epidemie plantte zich de bloeddorst voort van Parijs naar Meaux, naar Orléans, Angers, Rouaan, Bordeaux, Toulouse en Lyon. Men berekent, dat door geheel Frankrijk 20000 Hugenoten vermoord werden. Een nieuwe godsdienstoorlog (de vierde) brak uit, die ook weer met een verdraagzaamheidsedict eindigde.

Maar sedert was de Calvinisten de kans ontnomen hun godsdienst in Frankrijk, of in belangrijke delen daarvan tot de heersende te maken. Voor de Nederlanden had de Bartholomeusnacht tot gevolg, dat de veldtocht van 1572 mislukte.

DR J. s. BARTSTRA

Lit.: H. Bordier, La Saint-Barthélemy et la critique moderne (1879); J. H. Delaborde, Coligny (dl III) (Paris 1881); H. Baumgarten, Vor der Bartholomäusnacht (1882); Loiseleur, Trois énigmes historiques. La Saint-Barthélemy... (1883); De la Ferrière, La Barthélemy (1892).

< >