Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Admiraal

betekenis & definitie

is een woord afkomstig uit het Arabisch, en wel (volgens sommigen) uit: Amir ar Rahl, bevelhebber van de transportvloot. De naam werd ten tijde van de Kruistochten naar Europa overgebracht en komt in Nederland het eerst voor aan het einde van de 14e eeuw, voor een bevelhebber van krijgsverrichtingen te water.

Het is thans de aanduiding van de rang van de vlagofficieren van de marine, onderscheiden in luitenant-admiraal (in Nederland door de bevordering van J. T. Furstner in 1942 voor het eerst sedert admiraal Van Kinsbergen (1735-1819) weer ingevoerd, die, al heeft de oudste zoon van Koning Willem III, Prins Hendrik, in 1863 ook de rang van luitenant-admiraal bekleed, als de laatste actieve luitenant-admiraal kan worden beschouwd), vice-admiraal en schout-bij-nacht (zo genoemd, omdat deze bevelhebber aan boord van het laatste schip voer en vooral ’s nachts verantwoordelijk was voor het bijeenblijven der schepen; daarom in Engeland: rear-admiral). Hun aanspreektitel is resp. admiraal en schout-bij-nacht (in schrifturen Zijne Excellentie en Hoogedelgestrenge). De rang komt overeen met de legerrangen van resp. generaal, luitenant-generaal en generaal-majoor.Bij de Nederlandse marine is hun commandovlag rood-wit-blauw met in het rood bij de stok twee witte sterren voor een schout-bij-nacht, drie voor een vice-admiraal, vier voor een luitenant-admiraal. De vlag wordt in vreemde havens met 13, 15 of 17 saluutschoten begroet. De rang is op de uniform kenbaar aan een brede galon en een smalle galon, waarboven respectievelijk twee, drie en vier sterren.

Engeland kent boven de admiraalsrang: admiral of the fleet en Frankrijk amiral de la flotte, overeenkomende met veldmaarschalk bij het leger. In Nederland hadden de rang van vlagofficier de „Commandant der Marine” met standplaats Den Helder, de Chef van de Marinestaf en die van de afdeling Materieel aan het Departement van Marine te ’s-Gravenhage en Inspecteur-generaal van het loodswezen te ’s-Gravenhage. In Oost-Indië is een vlagofficier „Commandant der Zeemacht”, tevens Hoofd van het Departement der Marine te Batavia; de commandant van het Nederlands eskader bekleedde de rang van schout-bij-nacht. Vlagofficieren na beëindiging van Wereldoorlog II zijn: Bevelhebber der Zeestrijdkrachten, Commandant Zeemacht Nederland, Chef Marine-staf, chef Personeel, chef Materiaal, hoofd van de Marine Stoomvaartdienst, hoofd Geneeskundige Dienst, hoofd van de Administratie, allen in Nederland, en Commandant Zeemacht Ned.-Indië.

De persoon van een admiraal speelt bij de vloot een zeer grote rol; de admiraal bezielt de vloot met zijn geest. De geschiedenis levert hiervan vele voorbeelden: De Ruyter, Nelson, Beatty, Von Hipper, Cunningham en Doorman. Tijdens een zeeslag is het vlaggeschip van den admiraal het brandpunt van het gevecht. Op zijn schip verenigt zich het vernietigend vuur van den vijand. Voorbeelden: slag bij Tsoeshima (Russisch-Japanse oorlog) het vlaggeschip van admiraal Rojestwenski de „Knaz Soewaroff”; slag bij de Falklandseilanden de „Scharnhorst” van admiraal Graf von Spee; slag bij Doggersbank „Lion” (admiraal Beatty); Jutland „Lützow” (admiraal von Hipper). In de 17de en 19de eeuw ziet men in de dagen van De Ruyter en Tromp en van Nelson hetzelfde. Zinkt het vlaggeschip of moet dit achterblijven, zoals in de slag bij Doggersbank in Wereldoorlog I, dan kan de kans op succes keren. De admiraal is de ziel van de strijd en zijn onderbevelhebbers en commandanten moeten in zijn geest vechten, ook al ontbreken de communicatiemiddelen. Als deze uitvallen, dan moet de onbuigzame wil van den admiraal over alle seinmiddelen heen, toch een onzichtbare maar vaste band vormen met onderbevelhebbers en commandanten van oorlogsschepen. Zij mogen initiatief tonen, maar in de geest van den bevelvoerenden admiraal, die zijn beroep tot in de kleinste bijzonderheden moet kennen en ook van elk oorlogsschip moet weten, wat er uit te halen is.

De Ruyter is daarvan een goed voorbeeld geweest. Hij alleen kon de successen ter zee in de 17de eeuw behalen, zoals Nelson in de 19de eeuw. Zij alleen waren in staat, vloten van vijftig tot honderd schepen, die in wanorde waren geraakt, snel in nieuwe formaties te ordenen. Van een admiraal gaat een groot overwicht op de bemanningen uit. Als De Ruyter het bevel voerde, was een eervolle strijd verzekerd. Nelson werd door zijn equipages bejubeld.

In tegenstelling met de legeraanvoerders is een admiraal in de hitte van het gevecht blootgesteld aan het vuur van den vijand. Zijn vlaggeschip is even kwetsbaar voor granaten, torpedo’s of bommen, als een schip, waarop geen commando-vlag waait. In menige strijd is een admiraal gesneuveld. Een probleem is, of bij de combinaties van slagschepen en vliegdekschepen, de admiraal zich op een slagschip of het minder beschermde vliegdekschip moet inschepen. Japanse admiraals hebben in de Pacific-oorlog (1942) wel eens een zeeslag bijgewoond in een vliegtuig. Evenwel met noodlottige gevolgen.

Een admiraal heeft een uitgebreide staf tot zijn beschikking: chef van de staf, vlaggekapitein, vlaggeluitenant, secretaris en andere stafofficieren, kenbaar aan hun nestels.

Bekende admiraals van Nederland in vroeger tijd zijn geweest naast De Ruyter, de beide Trompen, de Evertsens, Kortenaer, Witte de With, Banckert, Van Galen, Van Nes, De Liefde, Van Kinsbergen en Zoutman. En uit de laatste tijd Furstner, chef van de staf bij het uitbreken van de oorlog van 1940 en opperbevelhebber der Nederlandse strijdkrachten na de bezetting van Nederland, admiraal Helfrich en schout-bij-nacht Doorman, die in de slag in de Java-Zee met het geallieerd eskader onderging.

Admiraalschap

noemde men oudtijds, toen de veiligheid ter zee nog alles te wensen overliet, de vereniging van koopvaarders onder een aangewezen leider {admiraal), ten einde sterker te staan tegenover hun belagers. Koopvaardijschepen hadden toen óók bewapening. Ook werden zij veelal door schepen begeleid, welke geen waren vervoerden, maar geheel voor de strijd waren uitgerust.

Admiraal-zeilen

heet heden ten dage nog het maken van tochten door pleziervaartuigen in verband.

(Voor de geschiedenis z Admiraliteitscolleges).

< >