is een landschap in het W. van Frankrijk, gelegen tussen de benedenloop van de Charente en van de Sèvre Niortaise. De bodem bestaat in de ondergrond uit kalk, aan de oppervlakte uit kleien.
Een groot deel van het gebied wordt door drooggemaakte moerassen ingenomen. Aan de kust liggen nog moerassige gebieden, die het ten dele van de zee afsluiten. Terwijl vroeger graanbouw en wijncultuur de hoofdmiddelen van bestaan waren, is door de achteruitgang van de wijnbouw door de phylloxera, veehouderij het hoofdbedrijf geworden, terwijl in samenhang daarmee de verbouw van voedergewassen en suikerbieten zich zeer heeft ontwikkeld. Ook de zuivelindustrie, veelal coöperatief georganiseerd, is hier sterk ontwikkeld en vertoont vooral een grote concentratie in Surgères (ong. 3400 inw.) waar ook een caseïnefabriek gevestigd is. De afzet (boter) is in hoofdzaak op Parijs gericht. In de kalkgebieden van Aunis overweegt nog de verbouw van graan.
