of Azow (Oekrains: Osiw), Russische havenplaats in het gebied der Donse Kozakken, in het huidige Sovjet-Russische „Gebied Noord-Kaukasië”, aan de N.O. hoek der Zee van Asow en links van de Don, 13 km boven de mond. Door verzanding van de haven is zij vervallen; de bewoners houden zich thans met de visvangst bezig.
In de Oudheid heette zij Tanaïs en was een der belangrijkste Griekse steden in deze streek. Later was zij onderworpen aan de koningen van Pontus. Daarna trachtte zij zich onafhankelijk te maken, maar werd ten tijde van Augustus door Polemo verwoest. In de middeleeuwen was zij onder de heerschappij der Genuezen, die haar Tana noemden, de zetel van een belangrijke handel. In 1392 werd zij aan Tamerlan onderworpen en in 1471 door de Turken veroverd, in 1696 ingenomen door Peter den Grote en wel gedurende een eeuw bleef zij een twistappel tussen de Russen en Turken. In 1711 werd zij aan laatstgenoemden afgestaan, maar in 1736 door den Russischen veldmaarschalk Münnich weder veroverd.
Bij de vrede van Belgrado (1739) verbleef zij aan Rusland onder voorwaarde, dat haar vestingwerken gesloopt moesten worden. Eindelijk werd zij in 1774 onvoorwaardelijk aan Rusland toegevoegd.
