(in het Servisch Beograd - Witte Burcht, in het Hongaars Nandor-Fehirvdr genaamd) is de hoofdstad van de Federatieve Volksrepubliek Joegoslavië. Zij ligt op 73 m boven de zee, aan de vereniging van de Save met de Donau en aan de spoorweg van Boedapest naar Istanboel en Saloniki.
De stad ligt op een schiereiland, welks witte kalkrotsen de oude vesting dragen. Zij is verdeeld in een bovenstad en een benedenstad. Tussen de eigenlijke vesting en de stad strekt zich het 200 m brede Kalemegdan uit; vroeger was dit een woeste vlakte, welke thans door een mooi park wordt ingenomen. De oude Turkenwijk Dortsjol is bijna geheel verdwenen en door rechte straten vervangen. Tot 1862 was Belgrado door wallen omgeven; vijf poorten verleenden toegang tot de eigenlijke stad. Niet ver van de mooiste van deze poorten, de in 1868 afgebroken Stamboel Kapoe, staat de in 1871 geopende nationale schouwburg.
De stad is sedert 1925 met Zemun (= Semlin) en Pancevo verenigd tot het stadsdistrict Belgrado (378 kma). Het aantal inw. is (1942) 295718. Belgrado is zetel van de regering en van de kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders (o.a. den Servischen Grieks-orthodoxen patriarch), van het parlement (Skoepsjtina) en de Kamers van Koophandel. Er is een vliegveld en een radiozender. De industrie is van weinig betekenis (o.a. meel-, bier-, spiritus-, steen-, leder-, laken- en hoedenindustrie). Daarentegen heeft de stad een handelsfunctie van grote omvang.
Er is een universiteit, gesticht in 1838, met verschillende filialen in andere steden; aan de academie zijn verbonden de nationale bibliotheek en het ethnografisch museum met een rijke verzameling van munten. 5 km ten W. van Belgrado ligt het spoorwegstation Toptsjider met de vroegere koninklijke zomerresidentie, door mooi aangelegde parken omgeven. Vorst Michael Obrenowitsj III werd er in 1868 vermoord.Geschiedenis.
Op de plaats van Belgrado stichtten in de 3de eeuw v. Chr. Kelten een burcht genaamd Singidmum, welke naam bewaard blijft wanneer de Romeinen er een castrum vestigen, en tot in de 7de eeuw n. Chr. bekend is. In de tijd van de Volksverhuizing heeft de stad, die een belangrijk verkeerspunt vormt op de weg van de Donauvlakte naar het Balkanschiereiland, afwisselend vele heersers gehad. In de 9de eeuw verschijnt de Slavische naam in de vorm Bjelgrad, wanneer de stad deel uitmaakt van het Bulgaarse rijk.
Na de eerste ondergang van dit rijk (begin 11de eeuw) wordt zij een Byzantijnse grensvesting. In de I2de-I3ae eeuw is zij afwisselend Hongaars, Bulgaars en Byzantijns bezit; in de 14de eeuw komt zij in handen van de Servische koningen. Van 1427-1521 heersen er de Hongaarse koningen, daarna wordt de stad deel van het Turkse rijk.
Na de herovering van Hongarije op de Turken nemen de Oostenrijkers Belgrado voor korte tijd (1688-1690), later opnieuw in 1717. Bij de vrede van Passarowitz (1718) verkrijgt Oostenrijk de stad met een deel van Servië; bij die van Belgrado in 1739 gaat dit bezit echter weer verloren. In de Turkse oorlog van Jozef II nemen de Oostenrijkers in 1789 Belgrado weer; na diens dood moet het evenwel bij de vrede van Sistowa worden afgestaan (1791).
In de 19de eeuw, wanneer zich een zelfstandig vorstendom Servië vormt (1817), wordt Belgrado hoofdstad, doch in de citadel blijft een Turkse bezetting tot 1867.
In Wereldoorlog I werd Belgrado 2 Dec. 1914 door de Oostenrijkers bezet, die de stad echter op 14 Dec. weer moesten ontruimen. Zij werd op 8 Oct. 1915 — na de oorlogsverklaring van Bulgarije, waardoor Servië van drie zijden tegelijk werd aangevallen ■— door de Duits-Oostenrijkers onder von Mackensen opnieuw veroverd. Na de Duits-Bulgaarse nederlaag op het Saloniki-front werd Belgrado op 31 Oct. 1918 door de Geallieerden bevrijd.
Tussen beide wereldoorlogen nam de stad, als administratieve hoofdstad van het Zuidslavische koninkrijk, een opmerkelijke vlucht, o.a. werd een geheel nieuwe regeringswijk in weidse stijl gebouwd. Aan deze snelle opbloei kwam een plotseling einde, toen Belgrado op de dag der oorlogsverklaring van Duitsland aan Joegoslavië (6 Apr. 1941) door de Luftwaffe werd overvallen enmetschrikwekkend gevolg gebombardeerd. Op 13 Apr. 1941 werd Belgrado door de Duitsers onder kolonel-generaal von Kleist veroverd. Het leger van von Kleist was van Bulgarije uit Joegoslavië binnengevallen en bereikte de stad van het Z. uit, nadat reeds op 12 Apr. een kleine afdeling SS-troepen van de SS-Divisie ,,das Reich”, uit het N. komende, de Donau was overgestoken, de stad was binnengerukt en de Duitse vlag op het Duitse gezantschapsgebouw had gehesen.
Op 15 Oct. 1944 werd Belgrado door de Russen, die bij de Ijzeren Poort de Donau waren overgetrokken, in samenwerking met de troepen van Tito* bevrijd. Onder het nieuwe bestel van zaken is de stad de hoofdstad van de „Volksrepubliek Joegoslavië”.