Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Alphonse ESQUIROS

betekenis & definitie

(Henri), Frans dichter en romanschrijver, politiek journalist en essayist (Parijs 23 Mei 1812 - Versailles 12 Mei 1876), typisch vertegenwoordiger van de vele romantische revolutionnairen uit de eerste helft der 19de eeuw. Opgeleid aan het seminarium, trachtte hij zijn weg te vinden in de letterkunde als discipel van Victor Hugo, getuige de dichtbundel Les Hirondelles (1834') en de roman Le Magicien (1837).

In aanraking met de bekende vertegenwoordigers van de literaire bohème uit die dagen als G. de Nerval, A. Houssaye, Petrus Borel, Ch. Baudelaire en talrijke „Muses romantiques”, waaronder Adèle Battanchon, dichteres en strijdster voor vrouwenemancipatie, die zijn vrouw wordt, maar later door hem in de grootste ellende zal worden verlaten. Onder invloed van Lamennais voelt hij zich hoe langer hoe sterker de apostel van een socialistisch Christendom, gebaseerd op het evangelie en zijn geloof in de vooruitgang. Getroffen door de armoede van de Parijse arbeidersbevolking schrijft hij een drietal pamfletten als Les Vierges folies (1840), Les Vierges Martyres (1842), waardoor hij een voorganger wordt van Eugène Sue. Zijn Evangile du Peuple (1840) brengt hem in de gevangenis Sainte-Pélagie, waar hij lotgenoten treft als Lamennais, Thoré etc. en waar hij de inspiratie vindt voor Les Chants d’un Prisonnier (1841). Na zijn bevrijding propagandist voor allerlei occulte wetenschappen, maar bovenal fel republikeins journalist, zijn ideaal zoekend bij de Bergpartij van de Franse Revolutie (Histoire des Montagnards, 1847, 2 vol.); voelt zich gedrongen op te treden als volksopvoeder met een groot aantal goed bedoelde, maar weinig critische historiewerken. Hij was enthousiast over de revolutie van 1848, maar de staatsgreep van Napoleon III dwong hem tot de ballingschap, eerst naar Brussel, dan naar Nederland, waar hij zijn goed gedocumenteerde opstellen schrijft voor de Revue des Deux-Mondes van zijn vriend Buloz, waaruit later Taine zal putten voor zijn Philosophie de l’Art dans les Pays-Bas. Daarop ging hij voor geruime tijd naar Engeland. Pas in 186g keerde hij naar Frankrijk terug als candidaat voor de Wetgevende Vergadering, maar zijn politiek optreden maakte dat hij door Gambetta opzij werd geschoven. Wel werd hij lid van de Nationale Vergadering en de Senaat. Dat hij zijn ideaal, de vooruitgang, was trouw gebleven, blijkt uit zijn opvoedkundig werk L’Emile du XIXe siècle (1869).DR R. WIARDA

Bibl.: Charlotte Gorday (1840) ; Paris, ou les sciences, les institutions et les mœurs au XIXme siècle (2 vol., 1847); Les fastes populaires ou l’histoire des actes héroïques du peuple et de son influence sur les sciences, les arts, l’industrie et l’agriculture (4 vol., 1851-1853); Histoire des martyrs de la liberté (1851); La morale universelle (1859); La Néerlande et la vie hollandaise (2 vol., 1859; Ned. vert. d. N. S. Calisch 1858); L’Angleterre et la. vie anglaise (5 vol., 1859-1869) ; Le Château enchanté (Paris 1877, bevat de novellen door E. geschreven in de revue L’Artiste).

Lit.: J. P. van der Linden, A.E. De la Bohème romantique à la République sociale, diss. Nijmegen (1948).

< >