Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Agis

betekenis & definitie

is de naam van verschillende koningen van Sparta.

Agis II

kwam aan de regering in 427 v. Chr., dus tijdens de Peloponnesische oorlog. Hij is vooral bekend geworden door invallen in Attika, waarvan hij volgens de tactiek der Spartanen het platteland verwoestte om de Atheners tot de vrede te dwingen. In het tweede deel van de oorlog bezette hij daartoe, op raad van Alcibiades, een vast punt: Dekeleia (Decelea) (413). Ondertussen had hij ook tegen Argos oorlog gevoerd, met zo weinig succes echter, dat hij zelfs in Sparta werd aangeklaagd; hij herstelde echter zijn naam door een overwinning bij Mantinea (418). Na de slag bij Aigospotamoi (405) belegerde hij met koning Pausanias Athene, dat in 404 werd veroverd. Hij stierf vermoedelijk in 401.

Lit.: E. Meyer, Gesch. des Altertums, IV; J. Beloch, Griech. Gesch., 2. Aufl. III, i; G. Glotz, Hist, grecque, II, p. 667 vlg. ,

Agis III

zoon van Archidamos III, kwam in 338 v. Chr. aan de regering. Hij trachtte, tijdens het verblijf van Alexander den Grote in Azië, een opstand in Griekenland te verwekken en een vloot bijeen te brengen. Toen hij echter met de verbondenen Megalopolis in Arkadië belegerde, trok Antipater, Alexanders stadhouder in Macedonië, tegen hem op. De Spartanen werden verslagen en Agis gedood (331 v. Chr.).

Lit.: H. Berve, Das Alexanderreich, I, p. 243 vlg. II, p. 8 no. 15; J. Kaerst, Gesch. des Hellenismus, I, p, 409 vlg.; A. Schäfer, Demosthenes und seine Zeit, 2. Aufl. III; B. Niese, Gesch. der griech. und maked. Staaten, I (1893)5 J Beloch, Griech. Gesch., III, 1; III, 2; IV, 2.

Agis VI

kwam in het jaar 245 v. Chr. aan de regering. Sparta bevond zich in een ellendige toestand: er waren nog maar 700 echte burgers (Spartiaten) en van dezen hadden slechts 100 grondbezit, dat vereist was voor het uitoefenen der politieke rechten; het overige was (voor de schijn) in handen van vrouwen. De kracht van Sparta was vernietigd en de twintigjarige koning streefde naar een hervorming. Hij werd daarbij gesteund door zijn oom Agesilaos, maar tegengewerkt door zijn medekoning Leonidas en de grootgrondbezitters. Agis stelde in 243 een wet voor, waarbij alle schuldvorderingen zouden worden vernietigd, het aantal burgers vermeerderd tot 4500 door het verlenen van burgerrecht aan perioiken en vreemdelingen, het land in het Eurotasdal gelijkelijk onder hen zou worden verdeeld, terwijl het overige Laconië zou worden opgedeeld in 15 000 stukken, te geven aan de perioiken, die de wapenen konden hanteren. Hiertoe wilde Agis al zijn vaste bezittingen en daarenboven 600 talenten afstaan. De wet werd evenwel met meerderheid van slechts één stem door de Geronten verworpen. De vrienden der hervorming verloren geenszins de moed. Leonidas, van een misdaad beticht, moest in 242 de vlucht nemen; maar toch leed het plan van Agis schipbreuk op de zelfzucht van zijn oom Agesilaos. Alleen de schulddelging kwam tot stand; de landverdeling werd uitgesteld. In 241 moest Agis de Achaeïsche bond bijstaan tegen de Aetoliërs; het gelukte hem evenwel niet, enig doorslaand succes te behalen.

Bij zijn terugkeer vond hij de zaken aanmerkelijk veranderd. Agesilaos had de verdeling der landerijen verhinderd en zich aan vele daden van geweld schuldig gemaakt. De ontevredenheid van het volk barstte los; Agesilaos nam de vlucht; Agis en zijn medekoning Kleombrotos zochten in tempels een veilige wijkplaats. Laatstgenoemde werd gered. Agis echter, door de ephoren, die hem lijfsbehoud beloofden, buiten de tempel gelokt, werd ter dood veroordeeld en gewurgd. Plutarchus heeft een biografie van Agis geschreven. Zijn werk heeft in vele opzichten Tiberius Gracchus tot voorbeeld gestrekt.

Lit.: The Cambridge ancient hist., VII, p. 739 vlg.; R. v. Pöhlmann, Gesch. der sozialen Frage und des Sozialismus in der antiken Welt, I, pag. 443-480; J. G. Droysen, Gesch. des Hellenismus, III, 1, p. 420; J.Beloch, Griech. Gesch., 2. Aufl., IV, 1, p. 623-628; B. Niese, Gesch. der griech. und maked. Staaten, II, III.

< >