Grieks Antipatros (± 400-319 v. Chr.), een der wijste generaals en volgelingen van Philippus II van Macedonië, later van Alexander den Grote.
Voor dezen laatste beheerde hij van 334-323 als stadhouder tijdens diens veldtocht Macedonië, met de taak om Griekenland in toom te houden. Inderdaad bedwong hij een opstand onder den Spartaansen koning Agis III, die voor Alexander gevaarlijk kon worden, door een overwinning bij Megalopolis (331). Vermoedelijk was in 323 Krateros tot zijn opvolger bestemd. Na Alexanders dood (323) bleef Antipater in Macedonië en bedwong nogmaals een opstand in Griekenland (z Lamische oorlog) door een overwinning bij Krannon (322), die de zelfmoord van Demosthenes tot gevolg had. Met Krateros en anderen verbond hij zich tegen Perdikkas; na diens dood (321) werd hij in Triparadeisos tot rijksbestuurder benoemd. Hij keerde in 320 naar Macedonië terug en stierf daar in 319, Polyperchon tot zijn opvolger benoemende in plaats van zijn zoon Cassander, hetgeen grote verwikkelingen tot gevolg had.Lit.: H. Berve, Das Alexanderreich auf prosopogr. Grundlage, I, p. 224, II, p. 45/46 (München 1926); G. Busolt-Swoboda, Griech. Staatsk., II (München 1926); J. Kaerst, Gesch. des Hellenismus, 3. Aufl. (Leipzig 1927).