Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Adrianus van veldhuizen

betekenis & definitie

Ned. Herv. theoloog (Zeist 5 Mrt 1871 - Groningen 5 Jan. 1937), werd in 1898 predikant, in 1907 rector der Nederlandse Zendingsschool te Rotterdam en in 1910 hoogleraar van wege de Ned.

Herv. Kerk te Groningen. Als beoefenaar van het Nieuwe Testament werkte hij samen met Baljon, van wie hij, na diens dood, enige werken hielp uitgeven. Hij was redacteur voor de homilitiek van De Schatkamer, hoofdredacteur van de Nieuwe Theologische studiën en had de leiding van een nieuwe Bijbelvertaling, van het Bijbels-Kerkelijk woordenboek en van de practische bijbelverklaring der serie Tekst en Uitleg.

Bibl.: De brief van Barnabas (proefschrift, Groningen 1901); Het taaleigen des N. T. (Utrecht 1906); De bijbelsche theologie des Nieuwen Verbonds (Utrecht 1910); Het Evangelie van Markus (Groningen 1914, 3de dr. 1921, Tekst en Uitleg 36); Paulus en zijn brief a. d. Romeinen (Groningen 1916, 2de dr. 1918, Tekst en Uitleg 40); Paulus brieven a. d. Korinthiërs (Groningen 1917 ; 2de dr. 1933, Tekst en Uitleg 41); Practische bijbelvertaling (1919); Een nieuwe bijbelvertaling (Baarn 1919, Pro en Contra, X, 7), Hoe maakt men zijn preek? (Wageningen 1930); Met Jezus door het leven (Zwolle 1931); Markus de neef van Barnabas (Kampen 1933); Op en om Adderhorst (Zwolle 1933); Hoe te preeken in dezen tyd (Wageningen 1935).

< >